Opnieuw vluchteling

Nourhan zit in de trein naar Amsterdam. Tegenover hem zit een meisje dat contact met hem zoekt. ‘Waar kom je vandaan?’, vraagt zij hem. Hij wil haar niet direct een antwoord geven. ‘Wat denk je zelf?’, stelt hij haar de vraag. Ze begint te glunderen. ‘Israël?’ Nourhan schudt nee. ‘Spanje?’ Weer niet goed. ‘Portugal?’ Ook al mis. ‘Ik kom uit Syrië’, zegt Nourhan. “Uit Syrië?” Er spreekt ongeloof uit haar stem. “Dus dan ben jij een vluchteling,” concludeert het meisje. Nourhan knikt. Plots is haar interesse in hem verdwenen. Het zal een jaar geleden zijn dat Nourhan mij dit verhaal vertelde.

Gisteren heb ik Nourhan uitgenodigd om bij ons te komen eten. Ik haal hem op. Hij heeft zijn lange, gekrulde haar opgestoken en draagt een veel te ruim jack en een harembroek zoals mannen uit het Midden-Oosten. Dit is onmiskenbaar geen Spanjaard of Portugees en zeker niet iemand uit Israël. Onderweg stoppen we bij een Chinees restaurant om wat te bestellen. Wij begroeten de mensen in de wachtruimte. Een stel – ergens in de zestig – gaapt hem aan alsof ik met een aap ben binnengekomen. Nourhan zegt hen nogmaals goedendag. Ze reageren niet.

Wat is er met Nourhan gebeurd? Hij is veranderd

Een week geleden is Nourhan geopereerd aan zijn hand. De chirurg heeft het materiaal verwijderd waarmee een breuk van een handbotje moest herstellen. Hij toont mij een langwerpig plaatje en een paar schroefjes. Dan volgt een moment, dat ik nooit zal vergeten. Wij staan tegenover elkaar. Hij kijkt mij strak aan. Ik schrik van zijn blik. Wat is er met Nourhan gebeurd? Hij is veranderd. Er lijkt niets meer van zijn beminnelijkheid over. Ik heb twee maanden en een kwartaal voor hem mijn best gedaan en had gehoopt dat hij nu in Nederland zou zijn geaard en een gelukkig bestaan zou leiden. Het tegendeel lijkt het geval.

Nourhan heeft besloten om minder Nederlandse lessen te volgen. Hij wil zijn Engels gaan opvijzelen en starten met een Engelstalige opleiding aan de kunstacademie. En wat wanneer hij niet wordt aangenomen? ‘Dat weet ik nog niet’, reageert hij kortaf. Nourhan beschikt over voldoende artistiek talent; hij krijgt nu elke zaterdagmiddag les aan de kunstacademie die hij na één jaar moest verlaten maar waar hij het komende studiejaar in principe weer welkom is. Nourhan vreest echter opnieuw problemen met de communicatie en lijkt niet erg gemotiveerd.

Aan tafel is Nourhan opvallend zwijgzaam. Hij oogt somber en zijn stemming is mat. Ik vraag wat hem dwars zit. “Ik wil niet over emoties praten,” reageert hij op het vinnige af. Tot nu leek het tegengestelde het geval. Het is voor mij nog altijd een raadsel wat de oorlog in Syrië met hem heeft gedaan. Via maatschappelijk werk heb ik Nourhan in contact gebracht met een hulpverlener die Arabisch spreekt en hem wellicht beter begrijpt. Nourhan heeft twee gesprekken met hem gehad, vond hem erg vriendelijk maar daar is het bij gebleven. Hij kreeg nog wel het advies om niet naar de kunstacademie te gaan, want daarmee is geen droog brood te verdienen.

Het is pas écht triest met mensen gesteld wanneer dromen ontbreken

Welke dromen heeft hij? Met een camper naar Mongolië reizen – ‘op een motor is het te koud’ – en daar op een paard door de overweldigende natuur rijden. Of ergens heel ver weg op een mooi eiland gaan wonen. Het is pas écht triest met mensen gesteld wanneer dromen ontbreken. Maar wat betekent inburgeren voor een jongen als Nourhan? Ik ben met hem begaan, kan wellicht weinig meer voor hem betekenen maar de deur blijft voor hem op een kier. We omhelzen elkaar. Ik denk Nourhan te kunnen begrijpen. Hij kwam als vluchteling naar Nederland maar overweegt opnieuw vluchteling te worden.

Delen