Oproep: Artsen en verpleegkundigen voor Lesbos

De nachtelijke medische zorg voor 6.000 vluchtelingen in het kamp Moria op Lesbos (Griekenland) is momenteel in handen van een kleine organisatie: Moria Medical Support. Deze organisatie heeft dringend behoefte aan artsen en verpleegkundigen, die minimaal tien dagen het team willen komen versterken in maart, april of mei 2018.

De organisatie is opgericht door een Nederlandse huisarts en verpleegkundige en een Duitse collega, die al langer op het eiland werkten. Uit noodzaak, omdat er geen andere organisatie bereid of in staat was om dit gat te vullen. Het initiatief loopt goed en wordt gesteund door o.a. Artsen zonder Grenzen. Samen met twee andere artsen/verpleegkundigen, een crowd controller en ervaren vertalers uit het kamp werk je in de avond en nacht (vanaf  21:00 uur; na 2:00 uur is er meestal mogelijkheid tot slapen) op een medische post in het kamp. Vluchtelingen komen langs voor onder meer reguliere huisartsenklachten, kleine chirurgische ingrepen, zwangere vrouwen met bijvoorbeeld bloedverlies, ouders met zieke kinderen maar ook met psychiatrische klachten,.

Kamp Moria is overvol en veel basisvoorzieningen (stromend water, schoon sanitair, genoeg eten, veiligheid, toegang tot medische zorg, acceptabele accommodatie) schieten tekort. U kunt hier echt een verschil maken voor de vele vluchtelingen die er wonen en u werkt vaak met dankbare patiënten. Er zijn echter ook veel frustraties en soms krijgt u te maken met agressieve patiënten. Voor aanvang van het werk krijgt u training op dit gebied en we werken nauw samen met de politie om de situatie veilig te houden.

We zijn met name op zoek naar artsen en verpleegkundige in de volgende gebieden:

  • huisartsen
  • psychiatrie (psychiaters, spv-ers)
  • kindergeneeskunde
  • spoedeisende hulp
  • andere specialisten en arts-assistenten die breed georiënteerd zijn, dus ook huisartsenwerk kunnen doen.

Verder is het belangrijk dat u zelf psychisch stabiel bent en lichamelijk gezond, want u bevindt zich in bijzondere omstandigheden.

Voor arts-assistenten en verpleegkundigen geldt dat u minimaal 1 jaar werkervaring nodig hebt.

Mocht u graag samen met een vriend/vriendin of partner komen: er zijn ook crowd controllers nodig (die goed met mensen zijn, om de patiënten buiten in een rij te laten wachten en hen in te schrijven) en mensen voor logistieke ondersteuning.

De verblijfsperiode is eigenlijk minimaal twee weken, maar wegens een tekort aan medici is 10 dagen bespreekbaar. U betaalt zelf de reis; voor het verblijf en gebruik van een huurauto betaalt u 10 euro per dag. U verblijft buiten het kamp in een hotel of appartement, soms met een kamergenoot. Avondeten gebeurt met het hele team (niet verplicht, wel gezellig) en kost rond de 3 a 4 euro per avond

Voor meer informatie kunt u terecht op de Facebookpagina van Moria Medical Support, of een e-mail sturen naar moria.medics@gmail.com.

Een van de artsen uit kamp Moria heeft een verslag gemaakt van hoe het er in een nacht aan toe kan gaan:

Een nachtdienst in Moria

Om kwart voor negen ‘s avonds komen we, vier man/vrouw sterk, het kamp binnen. De politie bij de gate groet ons vrolijk en een groepje kinderen begint enthousiast te roepen. ‘Hello my frie-eend!’. Een oude man houdt zijn hand omhoog en laat zijn duim zien. De wond die vorige week door ons gehecht is, is goed genezen. Een smal paadje leidt ons tussen de tenten door naar de medische cabine. Er zitten al een stuk of 15 mensen te wachten.

We beginnen de dienst zoals altijd met een huddle, een werkoverleg van 5 minuten: wie doet wat, waar moeten we vandaag rekening mee houden en wie brengt de walkie talkie naar de politie voor de communicatie? We ruimen wat spullen in, de vertalers druppelen binnen en om negen uur precies gaan we naar buiten om patiënten te woord te staan. De triagist, een ervaren verpleegkundige, beoordeelt iedereen, te beginnen met de kleine kinderen en ouderen. De meeste mensen krijgen te horen dat ze de volgende dag elders hulp voor hun klachten moeten zoeken. Dat is lastig, want de dagzorg in het kamp schiet ernstig tekort. Er zijn ook opties buiten het kamp en patiënten krijgen advies waar ze het beste naar toe kunnen gaan.

Alleen patiënten die direct beoordeeld moeten worden krijgen een afspraak bij de dokter. Een diabeet met een ontstoken voet bijvoorbeeld, of een man met verergering van zijn astma die al weken geen medicatie heeft gebruikt omdat hij geen geld heeft om medicijnen te kopen. Twee kinderen met koorts en oorpijn. De moeder van een van beiden zit er helemaal doorheen. Het leven in het kamp is zwaar en ze staat er alleen voor, haar man is sinds hij gemarteld is altijd somber. We kunnen niets anders dan beamen dat het zwaar is en dat we het heel erg voor haar vinden. We zeggen ook dat ze sterk is, want ondanks alles blijft ze knokken. Bij het afscheid kust ze de dokter een aantal keer op beide wangen.

Helaas ook weer een kind met verdenking van mazelen. Soms worden patiënten gebracht door hun ‘broeders’ (vrienden of huisgenoten), zoals de patiënt met onbehandelde schizofrenie die overal zijn dode broer ziet een voortdurend zijn kleren uittrekt. Zijn vriend is heel dankbaar, we zijn de eersten die echt proberen te helpen. Hij wil graag iets terugdoen. Hij voelt aan het haar van de dokter. ‘Droog, helemaal niet goed’, vertaalt de tolk. De vriend heeft een kapperszaakje in het kamp, de dokter moet echt langskomen. De man weet niet dat de dokter de week ervoor ruim honderd euro heeft uitgegeven voor knippen en highlights.

Er komen steeds nieuwe mensen aanlopen die de dokter willen zien, maar door de triage is de wachttijd voor de dokter gelukkig niet heel lang. Drie keer wordt er een ‘emergency’ binnen gebracht. De ene betreft een vrouw met ernstige posttraumatische stress die in een crisis is geraakt. Ze schreeuwt, schopt en trekt haar haren uit haar hoofd. Er is geen enkel contact met haar te krijgen, want in haar hoofd zit ze weer in een van de verschrikkelijke situaties die ze heeft meegemaakt. We houden haar vast en sussen haar, net zolang totdat ze weer rustig wordt. De tweede is een man, met een soortgelijk probleem. Hem krijgen we pas rustig na het geven van medicatie. De laatste is een zwangere vrouw waar de bevalling van is begonnen. De ambulance is gelukkig op tijd.

Om 01.00 zijn alle patiënten weg en samen met de vertalers drinken we thee en eten we een quiche, die een van onze vrijwilligers overdag gebakken heeft. Er worden heel veel grapjes gemaakt en een van Afghaanse de vertalers vertelt in geuren en kleuren over zijn geliefde volkssport Buzkashi; ruiters te paard die vechten om een dode geit. Zijn landgenoot, voormalig hoogleraar chemie in Kabul en uit wat fijner hout gesneden, probeert vergeefs het onderwerp te veranderen.

Een uurtje later is iedereen weg en ruimen we de kopjes en alle oefenblaadjes met Arabische letters weg om plaats te maken voor de stretchers. Het kan koud zijn in de cabine, gelukkig hebben een berg dekens van UNHCR gekregen.

Na een uur is iedereen in slaap. De nacht wordt een keer onderbroken door een dronken patiënt die paracetamol wil. 5 Minuten later is hij afgewimpeld en slaapt iedereen weer verder.

We worden wakker van een gevecht buiten: mensen staan in de rij voor de dagzorg en hebben ruzie over wie er eerst is. We beginnen op te ruimen, want het was toch bijna tijd om op te staan. Om tien voor acht is de man met schizofrenie teruggekomen, wederom gebracht door zijn zorgzame vriend. We lopen samen met hem naar de officiële (Griekse) medische post van het kamp. De dokter is er nog niet, de psycholoog die ons te woord staat, is niet erg onder de indruk. We zijn niet gerust op een goede afloop. We vragen de vriend vanavond met de patiënt terug te komen.

Terug in de auto praten we na over de dienst. Thuis gaat iedereen direct naar bed, behalve de verpleegkundige die nog even langs de zee gaat hardlopen. Zij liever dan wij.

Delen