Oud denken

Nee, een leeftijdgrens is niet de meest elegante manier om keuzes te maken in de zorg. Op dit punt kun je het moeilijk oneens zijn met Martin van Rijn, bestuurder van de Reinier Haga Groep. Maar Van Rijn hoeft niet ver te zoeken naar betere opties om te bepalen of een oudere een medische ingreep wel of niet aankan. In het HagaZiekenhuis heeft hoogleraar geriatrische geneeskunde Johanneke Portielje immers een poli opgezet die – toegespitst op oncologie – juist hierover gaat.

Soms is niet behandelen wel degelijk de beste zorg, stelde psycholoog Marjan Traa van Elisabeth TweeSteden Ziekenhuis gisteren nog in Trouw. Voor die optie mag meer aandacht bestaan. En als die aandacht op de juiste manier wordt geboden, met als gevolg dat patiënten in een aantal gevallen goed geïnformeerd afzien van een medische behandeling, dan is beslist geen sprake van verschraling van zorg. Terecht stelt Van Rijn dat we verschaling niet te snel moeten accepteren. Maar de patiënt niet voldoende informeren over de vraag of een medische behandeling wel de beste keuze is, is eveneens onacceptabel.

Continuïteit van operatiekamers is geen doel op zich

Als wordt gekozen voor afzien van medisch ingrijpen heeft de patiënt nog steeds zorg nodig. De vraag is alleen of die altijd door het ziekenhuis moet worden geboden. Niet voor niets bestaat zo veel aandacht voor substitutie van zorg. Van Rijn is kritisch over de verandering van het zorglandschap die dit met zich meebrengt en verwijst hierbij expliciet naar het model van het Udense ziekenhuis Bernhoven. “De operatiekamer moet er staan en die kost ook geld”, zegt hij. Maar is dat niet een beetje oud denken? Continuïteit van operatiekamers is geen doel op zich. Als door verandering van de zorg minder operatiecapaciteit nodig is, hoeft die kamer er niet te staan en dus ook geen geld te kosten.

Delen