Over blauwe ogen en zwart-op-wit verantwoorden

Verantwoording afleggen is belangrijk. Het is een middel om de kwaliteit van geleverde prestaties in de zorg te controleren. Daarvan lijkt iedereen het nut en de noodzaak in te zien. Sterker: het delen en uitwisselen van informatie over geleverde prestaties lijkt een belangrijke voorwaarde om elkaar te kunnen vertrouwen. De stap van presteren naar verantwoorden naar vertrouwen is makkelijk gemaakt. Té makkelijk.

Verantwoording afleggen gaat over veel meer dan enkel het controleren van geleverde prestaties. Sterker: door verantwoorden een-op-een te koppelen aan het controleren van prestaties geven we wantrouwen en risicomijding een voedingsbodem. Dat is precies wat patiënten en cliënten in de raadpleging over De Zorgagenda voor een gezonde samenleving met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) deelden. De vele regels en procedures wekken de indruk van maakbaarheid en onfeilbaarheid. Die indruk nemen patiënten en cliënten over, aldus een aantal van hen, waardoor het accepteren van risico’s (nog) moeilijker bespreekbaar wordt. Verantwoording enkel gericht op het controleren van prestaties is namelijk een bodemloze put. Er zullen immers altijd nieuwe risico’s ontstaan om af te dekken of dicht te regelen. Toch maar weer gaan vertrouwen op de blauwe ogen van de dokter dan maar?

Door verantwoorden een-op-een te koppelen aan het controleren van prestaties geven we wantrouwen en risicomijding een voedingsbodem

“Als informatie omslaat in gestold wantrouwen, dan zitten we op de verkeerde weg”, stelde minister Bruins voor Medische Zorg afgelopen zaterdag tijdens de conferentie (Ont)regel de zorg. Doorslaggevend in het taaie vraagstuk van administratieve lasten is dat iedereen bij zichzelf moet beginnen. Daar zit in de eerste plaats de ruimte die we met elkaar zoeken. Het delen van daadkracht – ‘de klap op tafel’ klonk zaterdag letterlijk en figuurlijk – helpt daarbij. Dan gaat het niet om de intentie om rücksichtslos regels te schrappen. Er heerste zaterdag vooral een gedeelde intentie om geldende regels en procedures opnieuw onder de loep te nemen en zorgvuldig te overwegen waar het anders kan.

Het kunnen reflecteren op je eigen professionele handelen vraagt om professionele competenties

Eenmaal aan de slag is er toch snel die vinger naar boven, die vinger naar de ander. Het vergt lef om kritisch naar jezelf te kijken, dat blijkt maar weer. En meer dan dat: het kunnen reflecteren op je eigen professionele handelen – dus ook nadenken over welke regels je misschien wel zelf in het leven hebt geroepen – vraagt om professionele competenties. Om het vermogen om te reflecteren op je eigen kunnen én op je eigen grenzen. Om manieren om hierover het gesprek aan te gaan, met zowel cliënten als leidinggevenden. Mooi hoe de Denktank op dit punt een handreiking doet met hun heldere en behulpzame argumentenkaart.

Intenties, competenties, prestaties. Ze zijn allemaal aan de orde wanneer het gaat over onderling vertrouwen, zo lichtte Pauline Meurs (voorzitter RVS) toe tijdens de conferentie. Vertrouwen kan dus alleen ontstaan als behalve aan prestaties óók waarde toegekend wordt aan intenties en competenties van zorgverleners. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we verantwoorden. Vanuit dit gelaagde perspectief op vertrouwen is namelijk ook gelaagdheid aan te brengen in hoe zorgverleners en zorginstellingen verantwoorden. Zoals het onderscheid tussen regels waarop gehandhaafd wordt en regels die weer als richtlijn mogen gaan gelden (als weldoordachte richting waar je gemotiveerd van af mag wijken op basis van je professionaliteit). Of een onderscheid tussen informatie over prestaties, competenties en intenties die jaarlijks wordt opgevraagd en informatie die we misschien best meerjaarlijks of zelfs steekproefsgewijs kunnen opvragen.

Vertrouwen betekent hier: het lef om onwetend te durven blijven

Het kunnen omgaan met dat we niet alles van elkaar hoeven en kunnen weten is daarbij de crux. In het taaie vraagstuk van administratieve lasten betekent ‘vertrouwen’ vooral dat: het lef om onwetend te durven blijven, omdat je erop vertrouwt dat de prestaties, competenties, intenties van de ander in orde zijn – net als dat die ander erop vertrouwt dat die van jou in orde zijn. Durven we die onwetendheid aan, op alle niveaus? Zo ja, dan kunnen we echt gaan schrappen én verbeteren.

Delen