Passend onderwijs

Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden, is een aantal jaar geleden de Wet passend onderwijs ingevoerd. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap wil dat alle leerlingen uitgedaagd worden, uitgaande van hun specifieke mogelijkheden. Het streven is om kinderen, rekening houdend met hun eventuele beperkingen, als het kan naar het regulier onderwijs te laten gaan. Het speciaal onderwijs blijft bestaan, maar alleen voor kinderen die daar het beste op hun plek zijn. Het doel is om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving.

Voortaan gaat het geld niet naar rugzakjes maar naar het samenwerkingsverband

Er zijn samenwerkingsverbanden opgericht en er kwamen onderwijsarrangementen en zorgplicht bij aanmelding van een kind. Overleg met jeugdzorg en gemeenten kreeg meer aandacht en de financiering van scholen is op de schop gegaan. Voortaan gaat het geld niet naar rugzakjes maar naar het samenwerkingsverband.

Het onderwijs ging ermee aan de slag. Het is een goed streven dat kinderen zo dichtbij mogelijk toegang krijgen tot onderwijs en dat er wordt uitgegaan van inclusie. In de klas is het natuurlijk wel aan de leraar om alle kinderen voldoende aandacht te geven. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is, ondanks ondersteuning, is duidelijk.

Recent las ik een bericht dat scholen die erg veel zorgleerlingen hebben, vanuit de problematiek van die kinderen, als school mogelijk lagere scores op de CITO-toets behalen. Ze kunnen daar nu voor gecompenseerd worden. Als namelijk aantoonbaar blijkt dat alle inspanningen zijn gedaan om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden, kan er toch het predicaat voldoende op de school geplakt worden. Minister Arie Slob vindt namelijk dat deze scholen niet vanwege de extra inzet benadeeld mogen worden.

Er wordt van alles gedaan om ieder kind een juiste plek te geven op school

Aangezien er toch ook ingezien wordt dat het in de praktijk vaak een te grote overgang blijkt om leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in te schrijven op een reguliere school, is vanuit het ministerie van OCW een nieuw project opgezet. Vanaf volgend schooljaar kunnen scholen meedoen aan een experiment waarbij reguliere scholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vier jaar lang leerlingen volledig mogen mengen. De schotten tussen verschillende typen ondersteuning en onderwijssoorten verdwijnen hier, waardoor er meer gerichte ondersteuning mogelijk wordt.

Er wordt dus van alles gedaan om ieder kind een juiste plek te geven op school. Toch zijn er al vanaf het begin kritische geluiden. En helaas zijn er ook kinderen voor wie er geen geschikte plek is en die om die reden thuis zitten. In 2015 zaten er ongeveer 10.000 kinderen voor een korte of lange periode thuis volgens de Rijksoverheid. Het aantal kinderen dat niet ingeschreven staat op een school is gedaald naar 4500 leerlingen in 2017, maar toch is minister Slob nog niet tevreden. Het aantal kinderen dat langer dan 3 maanden thuis zit, is nog groot. Onderwijs en zorg moeten daarom meer samenwerken, bijvoorbeeld bij vrijstellingen voor kinderen die vanwege lichamelijk of psychische redenen niet naar school hoeven. Hier ligt nog een belangrijke taak voor de samenwerkingsverbanden, zorgprofessionals en lokale overheid. Het is daarbij belangrijk dat het passend onderwijs wordt geëvalueerd. Daar is al een website voor ingesteld: evaluatiepassendonderwijs.nl. Dan zal blijken of er de juiste keuzes zijn gemaakt.

Delen