Petje af

Ha, het is weer het seizoen van de hoofdlijnenakkoorden! In Nederland betekent dit dat je vooral de lijnen tussen de hoofden in de gaten moet houden, zeker in de ggz, waar we voorlopen in politieke fragmentatie.

Onlangs mocht ik een conceptrapport van een overheidsinstelling over kwaliteit in de ggz inzien, waarin altijd een lijstje opgenomen is met de ‘betrokken veldpartijen’. De score kwam op tien beroepsverenigingen, zes vertegenwoordigers van zorgaanbieders, eenmaal de Nederlandse gemeenten, eenmaal Zorgverzekeraars Nederland, en twee landelijke patiëntenverenigingen.

Wie zou er sterker staan in de onderhandelingen, denkt u: de clubs die ondanks de differentiërende kracht van marktwerking één landelijke vertegenwoordiging hebben kunnen bewerkstelligen, of het hutjemutje? Als eenheid kracht maakt, staan de beroepsverenigingen er het zwakste voor.

Als eenheid kracht maakt, staan de beroepsverenigingen er het zwakste voor

Gelukkig kun je je ook verenigen achter een visie, en het kan dus geen toeval zijn dat er vorige week ook een vergezicht op de ggz op de intranetmat plofte.

Jeroen Muller zette deze tijdens een bijeenkomst van VWS + het veld uiteen. Petje af voor het stuk, waarin we een day in the life van Marco meemaken, een gefingeerde patiënt uit de toekomst van Arkin, die op die dag een hele patient journey doormaakt. Vergeef mijn Engels, maar dat krijg je als je bestuursproza leest.

Wat zijn de essentiële onderdelen van Jeroens gedroomde toekomst? Een persoonlijke gezondheidsomgeving met alle eigen medische data erop, waarmee je even makkelijk met de POH’er kunt mailen als met je Arkin-behandelaar chatten. Herstel en rehabilitatie krijgen ook een shoutout: Marco werkt bij Freud en heeft een opleiding bij de Herstelacademie gedaan.

Combinaties van formele en informele zorg gefinancierd door gemeenten en zorgverzekeraars: goed. Tot zover kan ik een eind met Jeroen mee dromen. Het valt me ondertussen wel op dat Marco een wekker heeft, thuis koffie kan zetten, genoeg geld heeft voor een krantenabonnement én interesse heeft in zorginkoop.

Marco verdwijnt uit beeld als de droom grootschaliger wordt. Muller wil ‘de oude marktwerkingsgedachte’ ruilen tegen ‘samenwerken op waarde’, met behulp van de transparantieagenda, met klinisch relevante instrumenten die draagvlak hebben van professionals op de werkvloer. Ik wil hem bijna knuffelen.

Maar zoals dat gaat met dromen, komen er wat onverwachte wendingen. ‘Behandelaren schalen eerder af wanneer blijkt dat er geen winst meer te halen is.’ Wacht, wat? Een paar zinnen daarvoor schaften we oude marktwerking af, nu praten we over behandelen in termen van te behalen winst? Droomlogica. Die winst zal vast ook op die graphic te lezen zijn die Marco trouw elke week bijhoudt.

Even later gaat het over de zorgstandaarden die AKWA coördineert (ja ik weet het, ze hebben dringend een andere naam nodig die niet op bronwater lijkt). Meer info hier. De droom wordt vervreemdend: “De outcome wordt geanalyseerd en op basis van deze outcome worden expertgroepen, samen met cliënten en naasten, aan het werk gezet om de zorgstandaarden nog beter te maken.” Hè? Hoe moet ik mij dit voorstellen? De outcome van de zorgstandaarden wordt geanalyseerd? #Hoedan?

With dreams like this, who needs nightmares?

Als ik de rest lees, dan krijg ik lichtjes de impressie dat Jeroen een voorliefde heeft voor meten. Dus die outcome (geen oude marktwerking natuurlijk) zal vast gemeten moeten worden. Maar hoe meet je de outcome van zorgstandaarden? Nou, via indicatoren natuurlijk. Die uitgerold en geïmplementeerd moeten worden. Van 48 zorgstandaarden en generieke modules. With dreams like this, who needs nightmares?

Ondertussen versnellen we: we gaan kijken waarom een behandeling voor de ene patiënt wel helpt en voor de ander niet (halen we vast ook uit de data) en gaan praktijkvariatie terugdringen. Voor dat laatste moet je natuurlijk valide vergelijkingen tussen praktijken maken. Zei iemand benchmarking? Ik lig te woelen in mijn bed. Maar we stomen door naar zorgstandaarden vertaald naar ‘preferente zorgpaden en betere compliance van behandelaren’. Hoe weet je of behandelaren compliant zijn? Juist: dat meet je natuurlijk. ‘De effectiviteit is toegenomen’: ditto. Maar even later het geruststellende: een drastische teruggang in onnodige administratieve lasten.

Van alle ‘onnodige’ administratieve lasten staat vast dat iemand ze ooit nodig heeft gevonden

Het is maar net wat je (on)nodig vindt. En wie dat vindt. Want van alle administratieve lasten, waar wij 40 procent van onze tijd aan spenderen, kan ik u garanderen dat ooit iemand, sterker nog, een groep mensen, ze nodig gevonden heeft. Misschien de mensen met hoofden waartussen die lijntjes liepen.

Mijn vrouw schudt me wakker. “Je was weer hardop aan het afvinken in je slaap.”

Zoals dat gaat als je half wakker bent en half slaapt, liepen de dingen wat dooreen. Ik mijmerde over een film, Avengers: Infinity War. Daarin (spoiler alert!) figureert een machtig wezen, dat nog machtiger wil worden, omdat hij een droom ambieert. Hij verzamelt daartoe vijf ‘infinity stones’, die tezamen zijn macht onbeperkt maken. Een noodzakelijke en nobele onderneming, naar zijn idee, maar het loopt uit op een ramp. Fictie natuurlijk. Ik dacht aan de vijf petten van Jeroen: voorzitter NIP, CEO Arkin, Bestuurslid GGZ Nederland, voorzitter P3NL, voorzitter Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ. Ook als je mooie dromen hebt, loop je dan niet het risico dat je denkt dat iedereen hetzelfde droomt als jij?

Delen