Petronella Hofs-de Bruijne (1937-2017)
Op 27 december jl. overleed op 80-jarige leeftijd Petronella ‘Nel’ Hofs-de Bruijne, voormalig internist. “Begrippen als compassie en de patiënt centraal paste zij van nature toe.”
Tekst: Wout de Bruijne
Hoewel een groot gedeelte van haar jeugd zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en het gezin met zes jonge kinderen in die jaren ook zwaar wordt getroffen door het ziekbed en het overlijden van moeder, is Nel de Bruijne een opgewekt en optimistisch kind. Al vroeg weet zij dat zij medicijnen wil studeren. Vader, predikant, ziet liever dat zijn jongste dochter voor verpleegkunde of het onderwijs kiest, maar Nel de Bruijne volgt haar hart.
Na haar studie en enkele jaren waarnemen in diverse huisartsenpraktijken in Haarlem specialiseert Nel de Bruijne zich vanaf 1970 tot internist in het Elizabeth Gasthuis in diezelfde stad. Vijf jaar later begint ook collega Aad Hoek daar aan zijn specialisatie. “Ik had direct een klik met die empathische en humoristische arts”, herinnert Hoek zich.
Dat blijkt wederzijds want als Nel de Bruijne in 1976 internist wordt in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland en vier jaar daarna haar vertrekkende collega moet worden vervangen, benadert zij Aad Hoek. De twee gaan opnieuw samenwerken. “Dat was in de beginjaren nog zonder assistenten en bijna de klok rond”, zegt Hoek. “De spanning liep onder die druk weleens op, maar dankzij Nel kwam het niet tot explosies.”
Ook wanneer de maatschap sterk uitbreidt met collega’s, blijft internist De Bruijne ‘de bemiddelaar’ en benadrukt zij volgens Hoek altijd het bewaken van het behoud van ‘de menselijke kant van het werk bij stijgende regeldruk en voortgaande technologie’.
Nel was niet iemand voor de bühne. Haar betrokkenheid bij patiënten was oprecht en kwam als het ware uit haar vezels
Nel de Bruijne gaat zich steeds meer toeleggen op de zorg voor patiënten met diabetes, reumatische aandoeningen en trombose. Aad Hoek hoort patiënten vaak over zijn collega praten als ‘die lieve dokter’. “Huidige begrippen als compassie in de zorg en de patiënt centraal paste zij van nature dagelijks toe. Dat deed zij niet voor de bühne, Nel was niet iemand voor de bühne. Haar betrokkenheid bij patiënten was oprecht en kwam als het ware uit haar vezels.”
Als zij in 1999 stopt als internist blijft Nel de Bruijne geregeld informeren naar het wel en wee van haar voormalige patiënten. Daarnaast kan zij meer tijd aan man en zoon besteden, doet zij vrijwilligerswerk in de zorg en zet zij zich, als kunst- en muziekliefhebber – De Bruijne speelt klassiek piano – in voor de kunsteducatie in de regio Dirksland. Daarvoor ontvangt zij een koninklijke onderscheiding.
In 2008 wordt Parkinson bij haar gediagnostiseerd. De ziekte laat zich aanvankelijk goed behandelen, maar de laatste vijf jaar wordt, tot haar grote verdriet, de wereld van Nel de Bruijne steeds kleiner. De dag na Kerst overlijdt zij. De ‘lieve dokter’ wordt gemist.