Peulvrucht

 

Britt van Uem (1971) is verslaggever, filmproducent en communicatieadviseur.

 

 

Tekst: Britt van Uem | Beeld: Marieke Dijkhof

 

We woonden in Antwerpen en mijn verloofde had iets griezeligs op zijn buik dat steeds groter werd en nog het meest leek op een drooggekookte peulvrucht. Als echte man vond hij het moeilijk om er afscheid van te nemen. Ik niet.

De huisarts constateerde een goedaardig huidgezwel, dat het nochtans verdiende om verwijderd te worden. In u beider belang, vond ze, waarbij ze mij met opgetrokken wenkbrauwen aankeek. Het was haar niet ontgaan dat de verloofde aanzienlijk ouder was, maar onze relatie hoefde niet ook nog met een esthetische kwestie te worden belast.

Helaas kon ze ons niet helpen, omdat, ‘in tegenstelling tot in uw land’, het in België bij wet verboden was dat huisartsen cilinders droogijs in hun praktijk hielden. Daarvoor moesten we ons vervoegen bij een gespecialiseerde huidarts. De dichtstbijzijnde zat aan de Plantin en Moretuslei en hield open spreekuur op donderdagmiddag. Trouwens ook op andere middagen. Maar vandaag was donderdag. Voor het consult rekende ze een alleszins schappelijke vijftien euro. Contant.

Een half uur later stonden we voor een indrukwekkend Jugendstilpand, waar een groen uitgeslagen koperen bord aangaf dat dokter G. er al langere tijd zijn dermatologische praktijken uitoefende. Er zat een bel naast het bord waar ik op drukte. Er gebeurde niets. Omdat de verloofde na het bevrijdende goedaardige oordeel opeens geen haast meer had, was hij al bijna vertrokken toen de zwaar geornamenteerde deur plots opensprong en we via een bordestrap in een hal belandden, waar een middelgroot streekziekenhuis zich niet voor hoefde te schamen. Er lagen verschoten perzen op gebroken marmer, het stucwerk was vergeeld en verweerd en er was niets dat wees op een receptie of wachtkamer. Terwijl we de verloren Jugendstil op ons in lieten werken, kwam er van achter uit de hal een schuwe puber van een brede trap. Zijn door vurige acne aangetaste gezicht vertelde dat de praktijk op de eerste verdieping zat.

Hij was zichtbaar teleurgesteld dat het om de verloofde ging

Dokter G. was niet meer de jongste, wat natuurlijk geen excuus mocht zijn om de persoonlijke hygiëne te verwaarlozen. Hij was zichtbaar teleurgesteld dat het om de verloofde ging, maar bij het zien van diens peulvrucht ontwaakte gelukkig het oude dermavuur. Snijden of branden, wilde hij weten, maar toen de patiënt mij vertwijfeld aankeek, bleek de dokter een grap te hebben gemaakt. Ollanders, mompelde hij hoofdschuddend, terwijl hij een cilinder droogijs tevoorschijn toverde, waarmee je een paar seizoenen een schaatsbaan kon repareren. Hij keek over de rand van zijn vettige bril, mat de afstand tot de buik van de verloofde, maakte een paar pompbewegingen en spoot ruimhartig droogijs op het gezwel en de belendende percelen. Dat kwam op vijftig euro. Hij borg het biljet in een sigarendoosje, keek bedroefd naar mijn borsten en verdween zonder afscheid te nemen via de trompe-l’oeil van een boekenkast.

Toen de ergste blaren een week later verdwenen waren, bleek de wrat alleen van kleur verschoten.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor. Eerdere afleveringen vindt u hier.

 

Delen