Piemonte: ‘smulpoort’ van Italië

reizen / Piemonte biedt scala aan landschappelijke, stedelijke en culinaire hoogtepunten

Dat vele wegen naar Rome leiden, mag bekend heten. Dat de meesten, op weg naar zuidelijker streken, vaak voorbijrijden aan Piemonte, is op zijn zachtst gezegd een gemiste kans. Deze veelzijdige regio in het noordwesten van Italië biedt namelijk een scala aan landschappelijke, stedelijke en culinaire hoogtepunten.

Tekst: Marco Bosmans

Elf uur rijden en u bent al in Italië: welkom in Piemonte! Hier, aan de voet van de bergen, ligt een veelzijdige regio die grenst aan Zwitserland én Frankrijk. Het is voor vele toeristen dan ook de welkome entree tot de laars, maar gek genoeg houdt menig binnenkomer het gaspedaal ingedrukt. Spijtig, want
Piemonte mag niet onbeproefd blijven, met zijn prachtige wijnen, truffels, kaas en chocolade.

De streek brengt dus water in de mond, en voorheen ook tranen in de ogen. Zo werd hier menig veldslag geleverd, als in landjepik, terwijl arbeidsmigranten in de vorige eeuw in Piemonte afscheid namen van hun geliefde Italië om vervolgens door de poort naar Europa te trekken.

Haaks op het bittere afscheid van weleer staat het zoete welkom van nu. De hoogtepunten van deze streek tonen zich letterlijk in het panorama. Alpenpieken en glooiende heuvels markeren het landschap en ertussen meanderen rivieren en strekken zich de meren. Het Lago Maggiore is wat dat betreft een ultieme stop op de zuid-route. Even bijkomen van de reis vanuit Nederland. Het meer biedt met name in het voorjaar het mooiste natuurschoon en allerhande badplaatsen voor vertier. Voor ontdekkingsreizigers valt er bovendien nog te hoppen ook. Maggiore omsluit namelijk een prachtige eilandengroep, die per watertaxi te bezoeken is.

Van deze Isole Borromee doet vooral Isola Bella haar naam eer aan. Het barokke paleis van de familie Borromeo en de schitterende terrastuinen trekken in de zomer veel bekijks, maar wie voor die tijd ‘aanhopt’ vindt er nog een beetje rust. De familie Borromeo bezit overigens meer pracht en praal, zoals kasteel Rocca di Angera. Deze eeuwenoude burcht is gebouwd op een eilandrots en toont bijzondere fresco’s, een unieke speelgoedcollectie en kruiden- en notentuinen om letterlijk van te smullen.

Unieke gastronomie

Afdalend in de laars via de E25 laten we pestostad Genua (Ligurië) voor het gemak even links liggen, want Piemonte heeft Asti en Alba op het menu staan. Beide steden vormen de bakermat van de unieke gastronomie van dit gebied. Zo gaat de witte truffel uitstekend samen met een van de bekendste druiven van Italië: nebbiolo.

Hoewel de trots en passie voor eigen streekwijnen wijd verspreid is in dit land, erkennen de meeste Italianen hun meerdere in de koninklijke persing, barolo genaamd. Dat predicaat wordt gevierd in het Museo del Vino in het gelijknamige dorpje. Nee, dit is geen saaie kurkenexpo of muffig dranklokaal, maar een ware attractie. Als een soort droomvlucht reizen bezoekers langs de teelt, oogst en productie. Ook leuk voor 0.0-genieters.

Naast deze majestueuze kampioen biedt Piemonte, als vijfde wijngebied van het land, ook nog tientallen andere DOCG- en DOC-wijnen. In Asti en omstreken zijn ze vooral thuis in witte, aromatische wijnen. Je drinkt ze jong en fris, ze worden gemaakt van de Moscato bianco, gaan de hele wereld over en de lentezon is erin te proeven dankzij de aroma’s van appel en limoen.

Ook Alba mag niet ontbreken op een route door Piemonte, want de tartufo bianco is menigmaal gekroond tot ultieme guilty pleasure voor fijnproevers. Dit witte goud heeft stad en streek op de gastronomische kaart gezet. Het knolletje heeft zijn vorm en geur misschien niet mee, maar de cultuur rond de truffeljacht, het mysterie van de symbiose en zijn rol als smaakmaker, dragen bij aan de extase van de liefhebbers. In Alba en omgeving weten ze hun goud in ieder geval op (smaak)waarde te schatten.

Buono, pulito en giusto

We verlaten dit magische knollenland langs indrukwekkende rijstvelden (risotto!) in noordelijke richting, want ook Turijn heeft nog iets in de latte te brokkelen. Wat heet: Turijn is verworden tot het internationale podium van de organisatie Slow Food. Het was Carlo Petrini die, samen met een paar vrienden, in 1986 met een antwoord wilde komen op de oprukkende fastfood-industrie. Het lukte ze om, hand in hand met de kleine voedselproducent, een grote vuist te vormen. Buono, pulito en giusto (lekker, schoon en zuiver) waren de kernwoorden voor de missie, die inmiddels in meer dan 160 landen wordt gepredikt. U kunt het zien en proeven in de eet- en dranklokalen in de hoofdstad van Piemonte. Neem streekklassiekers als Finanziera of de beroemde Vitello tonnato.

Ook op andere manieren wordt het bio-diverse gedachtegoed van Slow Food verspreid. Zo is in Turijn de tweejaarlijkse beurs Terre Madre Salone del Gusto te vinden en weten alle Piemontesi een beetje gas terug te nemen in de keuken. Nu de toerist nog, op de snelweg. Travel vooral slow voort richting Rome.

Het voorjaar biedt klimatologisch voor elk wat wils. In het noorden ligt nog wat bergsneeuw, terwijl de zon het dal opwarmt tot zo’n 25 graden. Piemonte heeft twee vliegvelden: Turijn en Cuneo, die vanaf meerdere Nederlandse luchthavens bereikt worden. Milaan en Genua liggen overigens ook binnen handbereik. Ook de autoreiziger heeft meer opties: u kunt in één keer doorrijden of met een tussenstop in bijvoorbeeld Freiburg of rond Luzern, Lyon of Como.

Streekspecialiteiten: de Tartufo bianco d’Alba, de kostbaarste truffel met een intense, delicate smaak die zich vooral laat vinden in het najaar. De zwarte zomertruffel uit deze regio is wat minder prijzig en houdt zich van mei t/m oktober doorgaans schuil onder eiken, beuken en hazelaars. Op het veelzijdige smakenpalet van Piemonte mogen ook hazelnoten (Nocciola del Piemonte IGP) niet ontbreken. De kwaliteit is super dankzij de perfecte bodem en mix van regen, zon en wind.

Tip van de auteur: mijnitaliaansetante.nl, met onder andere (reis)tips zoals het gebruik van de Piemonte & Torino Card.

Delen