Pleidooi voor separate COVID-19-ziekenhuizen
In de afgelopen tijd hebben patiënten met COVID-19 een beslag gelegd op de gezondheidszorg zonder precedent. Met een enorme inspanning van intrinsiek gemotiveerde gezondheidswerkers is een prestatie geleverd die aan het ongelooflijke grenst.
Dat was vooral mogelijk door op een verstandige manier te improviseren vanuit professionele kennis. In korte tijd zijn zij-instromers voor het werken op de intensive care geschoold en ingezet, waardoor het aantal ic-bedden in Nederland verdubbeld is. Enige kanttekening is wel op zijn plaats, want het zijn natuurlijk geen ic-bedden volgens de vigerende definitie, maar wel bedden waarop op een geïmproviseerde wijze maximaal haalbare en naar mijn overtuiging ook kwalitatief voldoende IC-behandelingen worden gegeven.
Hulde voor iedereen die dit mogelijk heeft gemaakt. Bureaucratische drempels werden geslecht of eenvoudigweg genegeerd, en het is nu weer duidelijk waar het in de zorg om draait: de mensen die aan het bed werken.
Evenzo werd pijnlijk duidelijk hoeveel mensen zonder voldoende kennis van de inhoud van de zorg werken op strategisch belangrijke plekken en in een later stadium op een meer gepast moment kom ik daar nog eens graag in analytische zin op terug. Ons land is nu niet gebaat bij analyses van oude misvattingen, maar bij snelle oplossingen voor een immens probleem.
De zorg voor COVID-19 patiënten moet snel anders georganiseerd worden
Het moge duidelijk zijn dat de inrichting van de huidige zorg niet is ingericht om de nieuwe werkelijkheid van COVID-19 in kwalitatieve én vooral kwantitatieve zin het hoofd te bieden. De stroom van COVID-19 patiënten maakt de behandeling van alle andere categorieën patiënten vrijwel onmogelijk, ontregelt de bestaande zorg voor niet-COVID-19 patiënten volledig en die situatie kan niet voortduren. In mijn vorige blog had ik daar al op gewezen.
De zorg van de COVID-19 patiënten moet daarom heel snel anders georganiseerd worden. We kunnen daarbij leren van de geschiedenis. Mijn pleidooi is die van het oprichten en inrichten van COVID-19 categorale ziekenhuizen, waar uitsluitend patiënten met COVID-19 worden behandeld.
COVID-19 is een goed definieerbare aandoening. De behandelmogelijkheden zijn momenteel nog beperkt, maar zijn met name voor de 15 tot 20 procent met ernstige hypoxie van belang bij wie reversibiliteit van de klachten mogelijk is. Op dit moment is de ernstigste vorm van de ziekte slecht te behandelen met ook een matig behandelresultaat, op korte maar zeer waarschijnlijk ook op lange termijn. De discussie dat de behandeling van een kleine groep patiënten niet de behandeling van een veel grotere groep patiënten met betere prognose kan blijven blokkeren, moet in versneld tempo gevoerd worden. Aanpassing van de behandelroute die patiënten volgen in aparte COVID-19 ziekenhuizen zal dit kunnen vergemakkelijken.
We hebben geen tijd te verliezen
Laten we daarom heel snel een aantal categorale ziekenhuizen inrichten voor de behandeling van COVID-19 patiënten, waardoor de stroom van deze patiënten loskomt van de gebruikelijke patiënten. Door clustering van deze COVID-19 zorg kunnen de processen veel efficiënter worden ingericht, mede ook in het kader van de veiligheid van de zorgmedewerkers. Om nu toch even dieper op mijn vak in te gaan: kamers met onderdruk, meer mogelijkheden voor High Flow Nasal Oxygen (HFNO) en non-invasieve beademing in een voor het personeel veilige omgeving. Ook kan daarbij de kennis omtrent de behandeling en nabehandeling gebundeld en gecentreerd worden.
Het is een voorstel. Visie en aanvullingen vanuit andere perspectieven zijn uiteraard gewenst op dit voorstel. Maar we hebben geen tijd te verliezen. Om in de door mij weinig geapprecieerde managerstaal te spreken: snel uitrollen.
2 reacties
Zo deed men het in Wuhan ook. Daar zette men in 10 dagen tijd een groot en gespecialiseerd prefab ziekenhuis in elkaar, waarvan men de onderdelen grotendeels eerder al gefabriceerd had tijdens de SARS-epidemie. Dus die gedachte schoot ook door mijn hoofd.
Maar zo’n ziekenhuis in onderdelen hebben wij volgens mij niet liggen. En zo wel, waar halen we dan het extra personeel vandaan? Er liggen op dit moment nog altijd 1300 C19-patiënten op de IC’s.
Het zullen dus bestaande ziekenhuizen moeten zijn, die je dan speciaal ervoor inricht. En dan vraag ik me af wat de meerwaarde ervan is t.o.v. de speciale C19-afdelingen, zoals de Nederlandse ziekenhuizen die nu toch zullen hebben.
U heeft wel helemaal gelijk met dat er geen tijd te verliezen is. Er is een economische meltdown aan de gang die maar deels te keren is door onze (klein)kinderen op te zadelen met astronomische staatsschulden. Terwijl een vaccin al gauw nog anderhalf jaar zal duren.
Ik denk echter dat de redding op de korte termijn moet komen van effectieve behandeling. En ook kan komen. Maar daarvoor moeten de Nederlandse richtlijnen herzien worden. Zij opperen (hydroxy)chloroquine en immunosuppressiva wel, maar in (veel) te late ziektestadia en onder te beperkende voorwaarden.
Er is geen RCT-bewijs voor die middelen bij C19, maar wel ruim bewijs op basis van in-vitro-onderzoeken én diverse clinical trials. Daarbij hebben ze bij redelijke doseringen, mede door de korte benodigde behandeltijd, goede veiligheidsprofielen (immunosuppressiva alleen te gebruiken bij immuunsysteem in overdrive).
Ik stel daarom een voorschrijfbeleid voor dat grootschalig gerandomiseerd onderzoek combineert met compassionate use, ook in de eerste lijn, en dat binnen drie weken al de eerste onderzoeksresultaten kan opleveren. Voor de onderbouwing en uitwerking van dat beleid, zie https://gezondezorg.org/c19-richtlijn.
Frank Conijn
13 april 2020 / 22:50