Plussen en minnen
Hoe staat het met de ervaring van pluspraktijken? Is het vol te houden en straalt het af op de patiënt, of is het een middel van zorgverzekeraars om te sturen naar hun eigen inzicht?
Ik las dat Zilveren Kruis haar beleid voor fysiotherapie heeft veranderd om de regeldruk te verminderen. Wordt dat ook zo ervaren? En welke rol speelt de behandelindex?
Er valt zo veel te lezen over pluspraktijken, ook bij huisartsen en oefentherapeuten. Bij logopedie gaat het niet over plussen, maar over het wel of niet ondergaan van een vrijwillige kwaliteitstoets. In meerdere blogberichten schreef ik hierover. Ik noemde de verschillende eisen van verzekeraars en nog enkele ‘minnen’ als hoge kosten en korte geldigheid. Verder had ik het idee dat het ook een manier is om de kosten te drukken en zo diegenen die geen vrijwillige toets ondergaan een zeer laag tarief te kunnen geven.
Na het behalen van de audit kreeg ik trouwens nog steeds geen tarief dat in de buurt kwam van de berekening vanuit een kostenonderzoek door de NZa. En van een enkele verzekeraar kwamen er nog eens meer eisen bij zodat je naar de geringe verhoging kon fluiten. Omdat ik in afwachting ben van een uitspraak over een langere geldigheid heb ik de toets nog niet herhaald. Mijn tarief is nu weer terug bij af.
Nee, dit wordt geen gemopper over geld maar het is een oproep om ervaringen over de regels te delen. Mag een zorgverzekeraar stellen wat ze wil en werken beroepsverenigingen daaraan mee of hebben ze veel in te brengen? Wie draait er op voor de kosten van een zelf aangevraagde audit en is dat reëel? Hoe vindt het overleg plaats binnen Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg?
Zorg is maatwerk, maar wordt dat op zijn merites beloond?
Zorg is maatwerk maar wordt dat op zijn merites beloond? Wij beschrijven vele facetten van de patiënt via via International Classification of Functioning (ICF) en ik vind het eerlijk gezegd een min dat de verzekeraars daar nog niets mee doen. Dit zou te omslachtig zijn. Een berekening van een behandelindex zou dan eerlijker gebeuren. Er is gelukkig beloofd dat er een einde komt aan het ondoorzichtig berekenen hiervan en samenwerken hierbij is de afspraak.
De kosten en eisen weerhouden veel collega’s van het aanvragen van een audit. Het hoofd boven water houden is dan echter zeer zwaar. Ik hoop dat er haast wordt gemaakt met het ontregelen van controles. De roep hierom is groot en kosten en moeite zouden dan besteed kunnen worden aan behandelen en aan scholing. Of is de patiënt echt gebaat bij tekentjes achter praktijken van ’plussen’? En ziet een verzekeraar of patiënt bij het ontbreken ervan de anderen als ‘minnen’? We hebben het dan in ons vak over paramedici die hbo-geschoold zijn en allen na veel post-hbo-cursussen en kwaliteitsbewaking op meerdere fronten, ingeschreven staan in een veeleisend kwaliteitsregister. In het onderwijs durven ze daar nog niet aan en bij ons is het al jaren gemeengoed en verplicht.
Wanneer is het genoeg?
6 reacties
Het is allang genoeg. Het is inmiddels zelf al veels te veel!! of beter zou ik kunnen zeggen: veel te weinig. En het gaat door zo lang er voldoende logopedisten zonder commentaar in mee gaan. De weerstand moet veel duidelijker worden en veel beter zichtbaar en hoorbaar. En voelbaar voor de verzekeraars. Ik wens alle logopedisten met een eigen praktijk veel goeds en veel moed en uithoudingsvermogen en optimisme.
Nanda Klop
16 februari 2018 / 01:34Beste Dinie, de perversiteit heb je duidelijk beschreven. Tarieven vallen onder de Wmg, dat betekent dat je prestaties zichtbaar moet maken met dan de zichtbaarheid van vermeende onderscheidende kwaliteiten. Maar als elke logopediste de kwaliteitstoets haalt is er nog geen markt. Dat is dus een zinloze weg. Want dan komt er nieuwe eis, waarbij de lat (weer) hoger wordt gelegd. De oplossing lijkt mij ook niet de zorg ontregelen, maar meer in verzet komen tegen onrecht. Genoeg is genoeg. Niet de zorg (ont)regelen, dat moet ook, maar de inkoopmethode ter discussie stellen. De NZa moet zich hier schamen met haar toezicht.
Anton Maes
16 februari 2018 / 08:36Dank voor reacties. Dat de inkoopprocedure moet veranderen wordt door vele partijen geopperd. Wanneer merken we iets van eerlijk met elkaar onderhandelen en goede afspraken maken en nakomen? Waar leidt dit anders naar toe? We hebben elkaar nodig voor goede zorg voor de aan ons toevertrouwde klanten en patienten . De NZa en ZN kunnen zich meer verdiepen in driehoek patiënt – zorgaanbieder – verzekeraar. We hebben in NL goede zorg . Laten we ons daar samen sterk voor blijven maken.
Dienie Koolen
18 februari 2018 / 10:06Begin 2017 heb ik mijn thesis afgerond over marktmacht van zorgverzekeraars ten opzichte van logopedische praktijken in de eerste lijn. Hiervoor heb ik literatuuronderzoek uitgevoerd en een enquete afgenomen bij 245 logopedische praktijken. Kort samengevat komt het er op neer dat het tarief door de zorgverzekreaars wordt bepaald. En in tegenstelling wat van marktwerking verwacht mag worden geldt dit tarief voor alle logopedisten. Interessant te zien is dat zorgverzekeraars naar elkaar kijken, DSW paste haar tarief zelfs naar beneden aan in de richting van de andere 4 grote verzekeraars. Verder blijkt dat het tarief niet toereikend is om aan kwaliteitsvoorwaarden (bij/nascholing, nieuwe materialen , vaste praktijkkosten) te voldoen en daarnaast een ‘normaal’HBO sallaris’ over te houden. Zorgverzekeraars zijn niet bereid hierover te ‘onderhandelen’ met de individuele logopedist en mogen niet onderhandelen met de gehele beroepsgroep (kartelverbod). Voordat het ‘vrije tarief’is ingevoerd is heeft de NZa een berekening laten uitvoeren wat het tarief zou moeten zijn. Het tarief dat zorgversekeraars (ongefundeerd) aanbieden is 25% lager dan dit tarief. Uit mijn onderzoek blijkt dat marktwerking heel slecht uit pakt voor logopedisten. Logopedisten zitten in een spagaat tussen goede zorg verlenen en een bedrijf op een bedrijfs-economische manier runnen. En voor dat laatste hebben ze niet dit beroep gekozen.
Helene Rompen
23 februari 2018 / 22:21Dank mevr Rompen voor het verwijzen naar uw onderzoek. Het schept een heel duidelijk beeld van de huidige zorginkoop. Tegen de ongelijkheid in beroep gaan, zoals bij het Nederlands Arbitrage Instituut, is lastig omdat er vanuit de politiek vele rechten zijn ontleend aan verzekeraars. Toch zijn er zeker omstandigheden bij enkele verzekeraars die al aangevochten zijn en er is al winst behaald. Politici zien ze nu ook de kwalijke gevolgen van de scheve verhoudingen en de gang naar meer contractvrij werken. Dit alles wordt ook genoemd door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving want de patiënt is bij onrechtvaardige zorginkoop niet gebaat.
Ik ben zo vrij geweest naar je thesis te verwijzen op mijn laatste blog ‘Opstand’.
Dienie koolen
24 februari 2018 / 11:00