Praktijk houden met familie
Tien jaar geleden namen de zussen en fysiotherapeuten Janet en Thirza Douglas de praktijk van hun ouders definitief over. Ze vertellen over de mooie en moeilijke kanten van een familiepraktijk.
Tekst: Martijn Reinink Beeld: De Beeldredaktie/Guido Benschop
In 1972 starten hun ouders, die elkaar hebben leren kennen op de opleiding, een fysiotherapiepraktijk aan huis, in Alphen aan den Rijn. “De box stond in de behandelkamer”, weet Janet Douglas (46, rechts op de foto) nog. “We zijn opgegroeid in de praktijk. Gingen ook mee naar patiënten toe. Die hadden limonade en koekjes voor ons klaarstaan.”
Janet weet direct dat ze in de voetsporen van haar ouders wil treden. Na een aantal waarnemingen elders stroomt ze in 1994 in de familiepraktijk in. Als haar vader drie jaar later naar zijn geboorteland Curaçao vertrekt om daar te gaan werken, neemt Janet zijn maatschapsdeel over. Jongere zus Thirza (41) wil aanvankelijk in de jeugdzorg aan de slag, maar switcht uiteindelijk naar fysiotherapie. In 2001 studeert zij af, in 2004 wordt ze maat in de familiepraktijk.
In het begin runnen de zussen de praktijk samen met hun moeder. “Voor onze moeder was het lastig de regie los te laten”, zegt Janet. “Ook wel logisch: zij heeft de toko immers vanaf nul opgebouwd. Maar wij hadden andere, nieuwe ideeën. Wilden het op onze manier doen. Dat was weleens lastig. Helemaal omdat er niet alleen sprake was van een werkrelatie, maar ook van een ouder-kindrelatie. Als kind moet je je nog meer bewijzen dan een ander.”
Hoge kosten, lage tarieven
In 2009 doet hun moeder een stap terug en gaan de zussen met z’n tweeën verder. Sindsdien is de praktijk flink gegroeid. Het personeelsbestand is verdubbeld, al zijn het financieel lastige tijden in de fysiotherapie. Thirza: “Vroeger ging dossiervoering op een A4’tje. Meetinstrumenten bestonden niet. Je werd niet geaudit. Nu moeten we aan veel meer eisen voldoen. De kosten voor een PLUS-geaudite groepspraktijk zijn hoog, maar de tarieven stijgen niet.”
De vrijheid, de verantwoordelijkheid, de mogelijkheid om zelf de koers te bepalen; we zouden het niet willen inruilen voor een loondienstverband
Toch gaan beide fysiotherapeuten elke dag met plezier aan het werk. “De familiesfeer in de praktijk, met collega’s en patiënten, maakt het een heel fijne werkomgeving”, zegt Thirza. “De vrijheid, de verantwoordelijkheid, de mogelijkheid om zelf de koers te bepalen; we zouden het niet willen inruilen voor een loondienstverband.” Het betekent wel dat ze, naast het runnen van de praktijk, zelf zo veel mogelijk patiënten behandelen om de zaak gezond te houden. Thirza staat dagelijks op de werkvloer, Janet werkt namens de praktijk drie tot vier dagen in de week in de gevangenis als fysiotherapeut. De managementtaken hebben ze verdeeld. Janet houdt zich bezig met kwaliteitsmanagement, personeelszaken en financiën. Thirza doet de pr en externe contacten. Die laatste: “We hebben een duidelijke taakverdeling, waarbij we elkaar aanvullen en elkaar blind vertrouwen.”
Het zijn in hun ogen de belangrijkste succesfactoren van een familiepraktijk. Janet: “Vertrouwen in elkaars kwaliteiten, maar ook vertrouwen op financieel vlak: ik ga niet controleren wat Thirza declareert.” Verder noemt Janet het gescheiden houden van werk en privé cruciaal. “Soms zien we elkaar buiten werktijd en dan zeggen we: oké, een kwartiertje over het werk en dan is het klaar. En dan is het ook écht klaar.” Natuurlijk zijn de zussen het ook weleens oneens, maar dat werkt privé niet door. “Het komt voor dat we ’s ochtends een pittige vergadering hebben en ’s avonds gezellig samen met de kinderen zitten te eten.”