Publiek besef

Alle zorgverzekeraars hebben inmiddels hun premies voor de basisverzekering bekendgemaakt. Maar ze zijn nog niet allemaal klaar met de onderhandelingen met de ziekenhuizen. Een jaarlijks terugkerend fenomeen waarin voor de bühne doorgaans klakkeloos de zorgverzekeraars de zwarte Piet toegeschoven krijgen.

Hoe terecht dat is, is onderwerp van discussie. Bestuurder Tom Kliphuis van zorgverzekeraar VGZ had daar een paar dagen geleden in FD  een duidelijke kijk op: “Ondanks het hoofdlijnenakkoord tussen zorgverzekeraars, overheid en ziekenhuizen, waarin een zeer beperkte volumegroei is afgesproken, komen sommige ziekenhuizen met opvallend hoge eisen. Het verschil tussen hun eerste bod en wat in het hoofdlijnenakkoord staat, is nog nooit zo groot geweest. Het argument is altijd: ja, maar wij hebben dubbele vergrijzing of groei van de bevolking. Ze hebben altijd wel een reden.”

‘Ja, maar wij hebben dubbele vergrijzing of groei van de bevolking’

Dat die redenen lang niet altijd even valide zijn, is genoegzaam bekend. Het probleem is echter dat de zorgverzekeraars – en Kliphuis benoemt dit ook – zwak staan in de onderhandelingen en dat de ziekenhuizen een beetje achterover kunnen leunen. Zo van: ‘Als puntje bij paaltje komt, gaat die zorgverzekeraar toch wel akkoord. En als die dat niet doet, stap ik naar de krant en heb ik probleemloos de publieke opinie op mijn hand’.

Dat is de puzzel die de zorgverzekeraars hebben op te lossen. Een beetje meer publiek besef van de vooral op eigen continuïteit gerichte rol die de ziekenhuizen in dit proces spelen zou geen kwaad kunnen. Die eigen continuïteit vooropstellen is voor ons als verzekerden en patiënten immers niet per se het meest waardevolle en toekomstbestendige uitgangspunt.

Delen