Rechtlijnigheid

Sinds ik hoorde dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg ook zorgaanbieders van alternatieve behandelingen gaat controleren, ben ik in verwarring. Want het officieel controleren van deze zorgaanbieders betekent impliciet dat ze daarmee ook als reguliere zorgprofessionals worden erkend. En daar heb ik moeite mee. Anderzijds schuilt er ook veel goeds in het kunnen optreden tegen kwakzalvers. Vooral omdat een groeiend deel van de patiëntenpopulatie alternatieve zorgaanbieders inmiddels erkent als reguliere zorgprofessionals en zegt baat te hebben bij hun behandelingen.

Ook die vaststelling brengt mij in verwarring. Enerzijds schuilt in dat gegeven een verantwoordelijkheid om voor kwetsbare patiënten helder het kaf van het koren te scheiden. Anderzijds heb ik in het algemeen iets tégen bevoogding van volwassen mensen. Ik heb de neiging terughoudend te zijn in bemoeienis met hun keuzes. De veroordeling van kwakzalvers laat ik dan ook het liefst aan strafrechters. Maar ja, dan is het leed al geschied.

Ik noem mijzelf al meer dan twintig jaar het trouwste bijna-lid van de VdtK

Nog zo’n verwarrend gegeven: ook reguliere zorgprofessionals – onder wie dokters die ik hoog heb zitten – passen in toenemende mate, naast reguliere methoden, veilige alternatieven toe. De effectiviteit zit hem daarbij niet in genezing, maar wel in een beter welbevinden van de patiënt. Aandacht doet nou eenmaal goed. Vooral als reguliere behandelopties zijn opgebruikt of niet afdoende werken.

Ik noem mijzelf al meer dan twintig jaar het trouwste bijna-lid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VdtK). Bijna, want ik heb de stap nooit genomen. Vooral omdat in de vereniging – en dat is volstrekt legitiem – geen ruimte is voor nuance. “Rechtlijnigheid is niet zo moeilijk, dat kan iedereen”, zei oud-voorzitter Cees Renckens van de VtdK eens in een interview. Toch vind ik het niet zo gemakkelijk. En hoewel ik in mijn privéomgeving rechtlijnig alternatieven afwijs en een ieder (ook ongevraagd) van informatie en tegenargumenten voorzie, ben ik er niet zo zeker van dat ‘we’ dat op een algemeen, professioneel niveau ook per definitie zouden moeten doen. Zo beschouwd is het misschien wel goed dat de Inspectie zich ermee gaat bemoeien. Ik weet het gewoon niet. U wel? Laat het de redactie vooral weten.

 

 

Delen