Respect voor apparaten

Als uw telefoon een mens was, zou u hem of haar dan aardig vinden? En wat voor persoonlijkheid heeft uw televisie? Ooit kenden we menselijke eigenschappen toe aan de objecten om ons heen. We vereerden stenen, bomen en gouden beelden. Maar in onze tijd zijn we dat afgeleerd.

Ten onrechte. We zouden onze apparaten meer moeten behandelen als levende wezens. Hoe zou u reageren op een kind dat elke drie minuten om aandacht piept omdat het iets wil zeggen? Gooit u een huisdier weg omdat het een gebroken pootje heeft? Als we leven toekennen aan apparaten, gaan we anders nadenken over aanschaf, gebruik en levenseinde.

Drie jaar geleden lag er een voorstel in het Europees Parlement om persoonlijkheidsrechten toe te kennen aan robots. Dat was vooral bedoeld om robots gedragsregels voor te schrijven. Dat voorstel heeft het niet gehaald.

‘Mijn telefoon moet nu eten’

Apparaten zijn dus nog geen rechtspersoon, sommige rivieren zijn dat al wel. Nieuw-Zeeland erkende in 2017 de rivier Whanganui als persoon die ondeelbaar en levend was, die mocht weigeren om afvalstoffen in te nemen en die recht had op een natuurlijk verloop. Daarna volgden de VS met Lake Erie en Colombia met zijn deel van de Amazone. Het werden persoonlijkheden die respect afdwingen.

Ontwerpers weten allang hoe positief dat werkt. De voorkant van auto’s lijkt vaak op een gezicht, met de koplampen als ogen en de bumper als mond. Architecten geven huizen ook vaak letterlijk een smoel door een slimme plaatsing van deuren en ramen. En een lachende façade vergroot de betrokkenheid van de bezitter.

Dat kunt u bij apparaten ook bereiken door ze een naam te geven. Theo de Televisie. Marry Mobiel. Bob het Broodrooster. Als het nodig is, kunt u ze met hun naam aanspreken – liefkozend of bestraffend. Verzorg ze als ze ziek zijn. En begeleid ze naar de recycling als ze overleden zijn.

Delen