Respect voor ieders positie

Voormalig ziekenhuisbestuurder Eke Zijlstra stapte over naar een heel andere tak van sport: de fysiotherapie. Als voorzitter van fysiotherapiekoepel KNGF wijst hij op de bijzondere positie van zijn nieuwe beroepsgroep: “Geen zorg-professional werkt zo kosteneffectief als de fysiotherapeut.”  

 

NGF-voorzitter Eke Zijlstra (63) kent het klappen van de zweep. Van 1998 tot 2011 stond hij als bestuursvoorzitter aan het roer van het Limburgse Atrium MC, een periode waarin hij naar eigen zeggen verschillende keren lijnrecht tegenover medisch specialisten kwam te staan. Maar Zijlstra bleef telkens overeind. Zijn geheim: “Goed blijven uitleggen waarom je bepaalde beslissingen neemt, ook in tijden van weerstand.”

Toen Zijlstra vorig jaar 62 werd, was dat een uitgelezen moment om eens goed na te denken over de toekomst. Hij stond voor de keuze: of met pensioen gaan of nog één keer in het diepe springen en een nieuw avontuur aangaan. Hij koos voor het laatste. Zijlstra herinnert zich nog het telefoontje van de headhunter die hem attendeerde op een vacante voorzittersfunctie bij fysiotherapiekoepel KNGF. “De headhunter stelde mij de vraag of ik geïnteresseerd was in de functie. Ik zei: nou en of! Als bestuursvoorzitter van Atrium MC heb ik fysiotherapie altijd in mijn portefeuille gehad, maar de beroepsgroep trok mij vooral aan door de kleinschaligheid. Want binnen de muren van Atrium MC heb ik ervaren hoe de zorg steeds meer hooggespecialiseerd van aard werd. Dat is heel goed verklaarbaar door de toegenomen technologische mogelijkheden, de zucht naar efficiency en de enorme schaalvergroting die heeft plaatsgevonden. Maar de keerzijde van hooggespecialiseerde zorg is dat deze onpersoonlijker is geworden, het contact met kleinschalige zorg ben ik in het ziekenhuis een beetje kwijtgeraakt. In de fysiotherapie bestaat nog wel direct, fysiek patiëntencontact. De fysiotherapeut voelt huid op huid het lichaam van de patiënt. En de benadering van de patiënt  is zeer persoonlijk, daar voel ik mij prettig bij.”

Lees verder (pdf).

Delen