Restitutiepolis en vrij kiezen

De vrije zorgverlenerskeuze is essentieel voor het behoud van de regie bij de verzekerde en is hoeksteen van ons zorgstelsel.

ONVZ, de enige zorgverzekeraar met nog een zuivere restitutiepolis, laat haar verzekerden weten dat ze voortaan het risico lopen een deel van de benodigde GGZ en wijkzorg alsnog zelf te moeten betalen. Fraude en kwaliteit van zorg zouden de redenen zijn.

Voor een naturapolis gelden al allerlei beperkingen. Zo worden lang niet alle ziekenhuizen of zorgverleners gecontracteerd of gelden er omzetplafonds. De vrije zorgverlenerskeuze is al beperkt. De zorgverzekeraar bepaalt waar een burger met een naturapolis voor het krijgen van zorg naar toe mag.

Voor mensen die hechten aan een vrije zorgverlenerskeuze was er een restitutiepolis, die een vrije keuze liet aan burgers om een zorgverlener naar keuze te kiezen. Ook niet gecontracteerde zorgverleners. Die vrijheid kostte wel wat: een restitutiepolis is duurder dan een naturapolis en niet voor iedereen haalbaar. Bij het ‘bewaken’ van de vrije zorgverlenerskeuze werd door zorgverzekeraars en minister van VWS altijd geschermd met de restitutiepolis. Die zorgde immers voor volledige keuzevrijheid. Nu niet meer dus.

Restitutiepolis niet langer garantie voor volledige keuzevrijheid

Ook minister Hugo de Jong wilde nog voor het zomerreces spoedwetgeving invoeren om maximumtarieven vast te kunnen stellen voor deelsectoren, eerst de GGZ en wijkverpleging. Onder het mom van te veel fraude bij niet gecontracteerde zorgaanbieders. Nou blijkt uit de daarover gestuurde kamerbrief van 11 februari en Vektis-cijfers die ‘fraude’ te verwaarlozen. Bij de wijkzorg gaat het om 6 promille van het totaal aantal aanbieders, bij de GGZ is het aantal niet gecontracteerde mogelijk ‘frauderende’ zorgverleners nog veel lager en verwaarloosbaar (5 op 77900). Daarbij blijkt dat het aandeel van de kosten van niet gecontracteerde wijkverpleging in het eerste kwartaal van 2019(7,4 procent) terugloopt ten opzichte van 2018 (8,9 procent). Daarmee lijkt de stijgende trend van 2016-2018 tot staan gebracht.

Even uit de Vektis-cijfers: Vanaf 2015 stijgen de kosten van de wijkverpleging grofweg telkens met 200 miljoen, op een totaal van 3,6 miljard (2018). Dat is 5,5 procent . Dat komt aardig overeen met de toename in wijkzorg, die met de toenemende vergrijzing blijkbaar nodig is en in 2018 met 32.000 gestegen is tot 589.000 cliënten. Ook een toename van 5 procent; redelijk conform de kosten dus. Niets opzienbarends.

En om hoeveel excessief declarerende niet gecontracteerde aanbieders (> 10 procent winst is excessief, 3,5 procent is normaal) gaat het eigenlijk? Van 85 aanbieders zijn er 31 aanbieders in de wijkverpleging en 16 in de GGZ. Ruim de helft. Dat betekent dat de andere helft dus gewoon gecontracteerde zorgaanbieders zijn met excessieve winsten. Het beeld dat geschetst wordt, is dat er een groot aantal mogelijk niet valide en op geld beluste aanbieders is en dat daarvoor dringende maatregelen zoals een wetswijziging nodig zijn. Maar dit beeld klopt niet. Absoluut gezien gaat het om een hele kleine groep. Daarnaast blijkt bijna de helft van de ‘misbruikers’ gewoon gecontracteerd. Dat roept onmiddellijk vragen op over de controlerende functie van de zorgverzekeraars.

Aantal fraudegevallen stelt niets voor

Concluderend kan men zich afvragen wat het motief voor de wetswijziging. Absoluut gezien stellen de aantallen niets voor en ook bij gecontracteerde zorgaanbieders komen excessieve winsten voor. Zorgverzekeraars zijn blijkbaar niet in staat betere contracten aan te bieden of wel-gecontracteerden goed te controleren op excessieve winsten. Van het stimuleren van contracteren, zoals afgesproken in hoofdlijnenakkoorden, is dus niets terechtgekomen. Liever ziet men de harde hand van veel lagere tarieven die straks mogelijk zijn door de voorgenomen wetswijziging. De minister kan dan met een AMvB, (Algemene Maatregel van Bestuur) in elke gewenste deelsector de tarieven (fors) verlagen. In eufemistisch taalgebruik heet dat: ‘het nader verhelderen van het hinderpaalcriterium’. De huidige jurisprudentie door o.a. de hoge raad, met tarieven van 75 -80 procent van het marktconforme tarief voor niet-gecontracteerde zorg bij natura of combinatiepolissen, zint de minister niet. Niet-gecontracteerde zorg heeft in zijn ogen geen plaats in dit zorgstelsel.

Nu de minister met zijn voorgenomen wetswijziging op zich laat wachten, nemen zorgverzekeraars blijkbaar zelf maar het initiatief. Het verdwijnen van de zuivere restitutiepolis is daarin weer een stap naar het beperken van de vrije zorgverlenerskeuze en meer sturingsmacht van zorgverzekeraars.

Delen