Rijden op zonlicht laat op zich wachten

Na achtergrondartikelen over de ‘gewone’ elektrische auto en de opkomst van waterstofaangedreven elektrische auto’s, is het dit keer de beurt aan de elektrische auto op zonne-energie. 

Tekst: Bart van den Acker | Beeld: Sono, Lightyear, TU/e/Bart van Overbeeke

Een Lightyear One, zomaar geparkeerd bij een woonhuis in Nederland. Het duurt nog wel even voordat we dat gewoon vinden. Niet in de schaduw parkeren!

De geleerden zijn het er niet over eens. Ze tuimelen over elkaar heen in hun redenatie over hoeveel energie de zon op ons afstuurt. In alle gevallen komt het erop neer dat het om een veelvoud gaat van ons totale energieverbruik. Best raar dus, dat we de afgelopen vele duizenden jaren niet eerder op het idee zijn gekomen om van deze energie gebruik te maken. Het betekent eveneens dat we nu op een keerpunt in de evolutie staan. Ik geef het direct toe: ‘autorijden’ is maar een héél klein onderdeel van onze totale energiebehoefte. Maar toch… Het ligt zó voor de hand, terwijl het bijladen van een elektrische auto met zonne-energie nog steeds in de kinderschoenen staat. 

Natuurlijk kijken we als eerste naar de Nederlandse ‘start-up’ Lightyear, waaraan we drie jaar geleden ook aandacht hebben besteed in Arts en Auto. De voorspellingen van toen zijn niet uitgekomen. Zo is de serieproductie nog steeds niet gestart. Ik laat de oorzaken even voor wat ze zijn. Inmiddels is wel vastgesteld hoe de productieversie eruit gaat zien. Ook de prijs van de Lightyear One is nu vastgesteld: € 149.990,- excl. belastingen. Dat is veel meer dan de indicatie van drie jaar geleden, maar niettemin claimt CEO Lex Hoefsloot dat er alleen al in Nederland 120 van de One zijn verkocht. 

Heel ver weg in de pijplijn zit al de  Lightyear Two, een kleiner en betaalbaarder model, maar dat laat zeker nog enkele jaren op zich wachten. Onlangs investeerde het Nederlandse SHV nog twintig miljoen euro in Lightyear, misschien scheelt dat, maar de ontwikkeling van een nieuwe auto kost de auto-industrie in de regel een veelvoud van dat bedrag. 

Het meest opmerkelijke van de Lightyear One is uiteraard dat de carrosserie van bovenaf gezien vrijwel helemaal is bedekt met zonnepanelen. Uiteraard hebben die panelen per vierkante centimeter een hogere gemiddelde opbrengst dan de panelen die op daken van huizen liggen. Dat moet ook wel, want het oppervlak blijft bescheiden. Hoewel het sterk afhankelijk is van de hoeveelheid zonne-energie die de auto vangt, kan volgens Lightyear naar schatting in Nederland zo’n zeven- tot tienduizend kilometer per jaar op zonnestroom worden gereden. Uiteraard kan de auto ook bij laadpalen en snelladers worden opgeladen, maar de Lightyear is hiervan minder afhankelijk dan andere auto’s. Twee vooruitstrevende technieken combineren – rijden op waterstof én zonne-energie – is voor zover ik weet nog bij geen enkele start-up geprobeerd, terwijl dat véél voordelen kan bieden, zoals volkomen emissieloos rijden. 

Doordachte aerodynamica

Het knappe van de Lightyear One gaat veel verder dan alleen dát hij zonne-energie opslaat. Het ontwerp is zeer goed doordacht, met enorm veel interieurruimte en vooral een heel laag energieverbruik. Dat ligt volgens een deskundige naar schatting op 9 á 10 kWh/100 km en dat is maar liefst de helft van wat middenklasse batterij-elektrische auto’s anno nu gebruiken. Dat heeft alles te maken met doordachte aerodynamica, een zo laag mogelijk gewicht, speciaal ontwikkelde (Bridgestone) banden met een lage rolweerstand en een relatief bescheiden prestatievermogen. Simpel gezegd: het gaat om comfort en gebruiksgemak, niet om snelheid. 

In het lage verbruik ligt ook de oorzaak van de zeer ruime actieradius – in de orde van grootte van 600 km op een volle 60 kWh accu – exclusief aanvullende oplading door zonne-energie. Ik ken nog geen enkele hedendaagse elektrische auto die zo doordacht is opgezet, maar voorlopig kunnen we de Lightyear nog niet voor de deur zetten.

Het is mooi om te zien dat Lightyear destijds is gestart door voormalige studenten van de TU in Eindhoven. Ze werkten daar aan de eerste versie van de Stella: een vierpersoonsauto met elektrische aandrijving die louter wordt opgeladen door zonnepanelen en dus feitelijk nooit aan de stekker gaat. Het project Stella bestaat nog altijd. Steeds opnieuw werken er studenten van de TU/e aan. Er zijn nu twee rijdende prototypes: de Era en de Vie. Daarnaast wordt er gewerkt aan de SHOW: Selfsustaining House On Wheels, in essentie een camper die voorziet in zijn eigen energiebehoefte. 

De Stella van de TU Eindhoven is een doorlopend studieproject. Het gaat hier om vergroting van de kennis en niet om potentiële productie.

Wachten op Sono

Er is nog een merk serieus bezig met een auto die gedeeltelijk op zonne-energie rijdt: Sono. Een Duits merk waarvan we na een voorzichtige aankondiging niet veel meer hebben gehoord, maar achter de schermen wordt er wel doorgewerkt. De Sono Sion is een vijfdeurs middenklassemodel met veel platte vlakken waarin zonnecellen zijn verwerkt. Eenvoud in vormgeving en uitvoering, plus een voor een breed publiek betaalbare prijs zijn de belangrijke uitgangspunten. Die prijs wordt nu geschat op ongeveer € 30.000,- (excl. belastingen) en de levering zou in 2022 kunnen beginnen. De lagere prijs wordt voor een deel bepaalt door het relatief kleine accupakket, met een capaciteit van slechts 35 kWh. Dat is goed voor een actieradius van 225 kilometer. En ook hier geldt dat een tijdje parkeren in de volle zon de accu weer bijlaadt. Dat bereik is dus een theoretische waarde die in de praktijk zal worden overtroffen. De stilte rond Sono is bewust gekozen, maar het project is uitermate serieus. Er wordt hard gewerkt aan een productielijn in de vroegere Saab-fabriek in Trollhättan, in Zweden. Hoe en door wie de Sono Sion op de (Nederlandse) markt wordt gebracht, is op dit moment nog niet duidelijk. Hoe serieus dit bedrijf en de reeds ontwikkelde techniek zijn, mag blijken uit de zeer recent bekendgemaakte samenwerking met truckfabrikant MAN. Dit merk gaat Sono-zonnecellen toepassen op de daken van kleinere, elektrische bedrijfsauto’s die met name in stedelijke gebieden emissieloos kunnen worden ingezet. 

De Sono Sion is een Duits initiatief, met zeer serieuze productieplannen. Niet alleen de liggende, maar ook de verticale delen van de Sion bevatten zonnepanelen.

Argusogen 

Het lijkt nu alsof de ontwikkeling van elektrische auto’s die gebruikmaken van zonne-energie nog slechts heel kleinschalig is. Los van de enorme waardering die de initiatiefnemers van de genoemde merken verdienen, zijn zij natuurlijk niet de enigen die deze mogelijkheden bekijken. Toyota bouwde al eens de Prius met zonnecellen in het dak. Daar horen we verder niks over, maar reken erop dat de ontwikkelingsafdelingen van de grote autoconcerns hiermee ofwel zelf bezig zijn, of op z’n minst met argusogen volgen wat merken als Lightyear en Sono bereiken. Daarbij valt uiteraard niet uit te sluiten dat deze relatief kleinschalige bedrijven, met hun verzamelde kennis, plotseling worden opgeslokt door één van de echte autogiganten. Als dat gebeurt, is het alleen een bevestiging van wat deze start-ups teweeg hebben gebracht en van hun essentiële bijdrage aan het gebruik van zonnepanelen op auto’s. Voor concerns als Daimler-Benz, General Motors, Toyota of Ford zijn dit relatief betaalbare investeringen. Maar voor niks gaat alleen de zon op!

Delen