Rijpingsproces

“Ons zorgstelsel is nog jong”, zegt Marjan Kaljouw, bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit, aan het begin van het interview dat ik met haar had voor De Eerstelijns. Wat Kaljouw met die opmerking duidelijk wil maken, is dat – ondanks alle discussie die hierover is gevoerd – een nieuw stelsel helemaal niet nodig is. Ze doet dus dezelfde aanbeveling als Marcel Daniëls, voorzitter van de Federatie van Medisch Specialisten: gooi nu niet het hele zorgstelsel overhoop.

Net als Daniëls ziet ook Kaljouw echter dat het stelsel nog niet ideaal functioneert en dus moet worden door ontwikkeld. De kern daarbij, stelt Kaljouw in het interview, is dat er transparantie moet komen over de kwaliteit van het zorgaanbod. Helaas niet iets wat in alle geledingen van de zorg vanzelf ontstaat, erkent ze, en ze zegt dan ook te begrijpen waarom zorgverzekeraars zelf kwaliteitsstandaarden zijn gaan bedenken. “Daar kunnen zorgaanbieders boos over worden”, zegt ze, “maar dan zeg ik: doe het dan zelf.” Touché.

Dit neemt niet weg dat de NZa ook een taak weggelegd ziet voor andere partijen dan alleen de zorgaanbieders, want die verdere ontwikkeling van het stelsel vergt op onderdelen aanpassing van de regelgeving en bekostiging. De kern is dat zorg wordt ingekocht op basis van kwaliteit waarvan de burgers beter worden, stelt Kaljouw, en wat dit betekent op het gebied van zorginkoop en wet- en regelgeving is daaraan ondergeschikt. Ook voor de NZa zelf, en voor de zorgverzekeraars is er dus werk aan de winkel. En voor de komende minister van VWS natuurlijk, die aan die wet- en regelgeving moet sleutelen.

Delen