Rosé – het oog proeft mee

Bijna de helft van de roséwijnen wordt vandaag de dag in een bleekroze kleur op de markt gebracht. Is het inderdaad een kwestie van ‘hoe lichter, hoe beter’, of valt er iets te zeggen voor het pleidooi voor robuustere rosés? Wijnjournalist Han Sjakes ontrafelt het geheim achter het succes van de blush. 

Tekst: Han Sjakes | Beeld: Shutterstock

Rosé wordt gemaakt van blauwe druiven. Het kleurloze sap en de schillen van de gekneusde druiven hebben kort contact: hoe korter dat contact, hoe lichter de kleur. Ooit was de kleur van rosé – van oorsprong een Frans wijntype – van geen belang. Lange tijd was het in feite niet meer dan een bijproduct; als het nodig was, kon een wijnboer de gekneusde druiven in de vergistingstank aan het begin van het maken van rode wijn laten ‘bloeden’ (saignée). Het lichtgekleurde sap werd afgetapt om zo rode wijn meer kleur en smaak te geven. Tot een jaar of tien geleden was elke roze tint goed, maar vandaag de dag is de ‘juiste’ kleur de beste garantie voor verkoopsucces van een roséwijn. 

Niet alleen kleur, ook tannine en de meeste smaakstoffen komen uit de schil van de blauwe druif. Dit betekent dat een lichte rosé zacht en subtiel van smaak is. Rosé wordt gemaakt van alle mogelijke blauwe druivenrassen; de zogenoemde Provence-stijl rosé is meestal een blend van meerdere druiven. Soms wordt wat sap van witte druiven mee vergist. Voor de smaak, de zuurgraad en ook voor de kleur kan het geen kwaad. Want hoe lichter, hoe beter, lijkt vooral het motto.

De onweerstaanbare aantrekkingskracht van die subtiele, verleidelijke blush is fascinerend, door de talloze tinten en subtiele kleurschakeringen: denk aan baksteen, marmer, uienschil, koper, zalm, perzik en rozenblaadjes. Niet voor niets laat de fles daar zoveel mogelijk van zien. Rosé pronkt trots in chique, kraakheldere flessen, liefst zonder of anders met kleine, doorschijnend witte etiketten, met versiersels in reliëf of de merknaam in gracieuze witte letters rechtstreeks op het glas. Ook de pretentieuze rosémerken uit de Provence van Hollywoodsterren en andere celebrities illustreren het belang van het uiterlijk van deze populaire stijl rosé. 

Wat is lekker bij rosé?

Als het aan het oog ligt: roze in het glas, roze op het bord. Denk aan gamba’s en toastjes met oranje ‘kaviaar’, tonijnsmeersel en mild gerookte zalm. Of aan een salade met vrolijke kleuren: tomaat, radijs, (rode) paprika. Ook hapjes en gerechten met verfrissende kruiderij zoals gember en sereh doen het verrassend goed bij rosé.

 Als reactie op bovengenoemde ontwikkelingen neemt ook de kritiek toe, en daarmee een pleidooi voor robuustere roséwijnen. Terecht, maar ik heb daar ook mijn bedenkingen bij. Het mag dan wel zo zijn dat de smaak van een deel van de nu zo trendy roséwijnen nogal eens ondergeschikt lijkt aan de kleur, maar dat is nog geen reden om de bleekroze baby met het badwater weg te gooien. Op z’n best zijn bij elke wijn alle kenmerken met elkaar in evenwicht. In de mooiste Provence-stijl rosés gaat een laag volume in kleur, geur en smaak gepaard met een eigen unieke, verfijnde en subtiele schoonheid. Is dat niet juist wat rosé onderscheidt van zijn rode broer en witte zus?

‘Met bril op smaakt álles veel beter’

De op het eerste gezicht misschien overdreven aandacht voor de kleur is niet zo verwonderlijk. Want alle zintuigen bemoeien zich met onze smaak. Zeker het oog drinkt mee. Probeer maar eens geblinddoekt te raden of er rode of witte wijn is ingeschonken. Dat valt niet mee! Smaakonderzoekers kleurden witte wijn rood met smaakloze kleurstoffen. De testproevers beschreven de smaak van deze wijn heel anders dan die van de originele versie. Hoe belangrijk het uiterlijk is, besefte ik zelf pas goed nadat ik mijn eerste leesbril had aangeschaft. Met bril op smaakt álles veel beter.

Individuele ervaring

Ook de verwachting op basis van eerdere smaakervaringen speelt een grote rol. Er zijn experimenten gedaan met fruit waarvan de kleur was gemanipuleerd. Het bleek bijvoorbeeld dat er minder hersenactiviteit is wanneer iemand een blauwe aardbei proeft, dan wanneer de vertrouwde rode aardbei wordt geconsumeerd. Ook wordt de geur van een rode aardbei sterker waargenomen dan die van een blauwgekleurde. Smaak zit tussen de oren. Smaak is geen eigenschap van het product van dienst, het is grotendeels onze individuele, eigen ervaring en beleving. 

Serieuze rosés & bewaaradvies

Wilt u de robuustere, volgens de liefhebbers ‘serieuze’ rosés leren kennen? Klassieke regio’s voor rosés met meer gewicht in kleur en smaak zijn onder andere te vinden in de Provence, in Bandol, Bellet en Palette, in de zuidelijke Rhône in Tavel, en in de Languedoc. Andere kleurrijkere en vollere rosés komen uit onder meer Oostenrijk en Spanje. Dankzij hun intensiteit en tannine kunnen deze robuustere rosés bij het diner concurreren met zowel witte als rode eetwijnen. Ze gaan soms langer mee dan een jaar, wat niet geldt voor de lichtroze. Daarvoor is het advies: koop oogstjaar 2021 of 2020 en drink ze dit jaar op. Hetzelfde geldt voor goedkopere rosés die niet meedoen met de bleke mode. ‘Bewaarrosés’ zijn in de minderheid.

Voor een zomers proefpakket met diverse roséwijnen, zie ledenvoordeel.

Delen