Run op levenseindekliniek

Gisteren meldde de Volkskrant op de voorpagina dat de Levenseindekliniek ‘tientallen nieuwe artsen zoekt’ om de toestroom aan te kunnen. In 2013 waren er 749 hulpvragen om euthanasie, waarvan er 133 werden gehonoreerd. Dit jaar worden 2500 hulpvragen verwacht waarvan er naar schatting 725 gehonoreerd zullen worden. Nu werken er 59 artsen voor de Levenseindekliniek. Dat moeten er volgend jaar meer dan honderd worden.

Wat speelt hier? Volgens bestuurder Steven Pleiter willen meer mensen een zelfgekozen levenseinde: “Het taboe gaat ervan af. Veel mensen hebben er behoefte aan de regie in eigen handen te nemen.” Onderzoeker Levenseindezorg Bregje Onwuteaka-Philipsen van het VUmc geeft in hetzelfde artikel aan dat het aantal euthanasieverzoeken aan Nederlandse artsen in de periode van 2011 tot 2016 is gestegen van zo’n 13 duizend tot 18 duizend; zij suggereert een verband met het feit dat de aankomende generatie ouderen o.a. minder kerkelijk is.

Niet alleen de Levenseindekliniek kan de vraag niet aan, ook de Coöperatie Laatste Wil, die wil bewerkstelligen dat het eigen levenseinde mag en kan worden geregisseerd met een legaal verkrijgbaar, humaan werkend laatstewilmiddel, ziet het ledenaantal stormachtig groeien. Het leidt geen twijfel of de komende Nederlandse vertaling van het Peaceful Pill Handbook, waarin informatie wordt gegeven hoe dergelijke middelen zonder recept gekocht kunnen worden, zal een bestseller worden.

Een paar jaar geleden vroeg ik de coördinerend voorzitter van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie naar de reden van het toegenomen aantal meldingen van levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding. Die vraag bleek echter buiten het blikveld van de toetsingscommissies te vallen. Dat verontrust mij nog altijd.

Terwijl nu alle aandacht zich toespitst op ‘waardig sterven’ bepleit ik een accentverschuiving richting ‘waardig leven’

De verklaringen van Pleiter en Onwuteaka-Philipsen stellen mij ook bepaald niet gerust. Uit statistisch onderzoek blijkt dat ons land over een uitstekende gezondheidszorg beschikt. De Nederlandse huisarts lijkt – eveneens met betrekking tot vraagstukken rond het levenseinde – veel vertrouwen te genieten. Toch blijkt er een toenemende behoefte aan ‘escape-wegen’.

Ik beschouw deze ontwikkelingen minder rooskleurig dan veel anderen en zou het liefst met een vergrootglas willen nagaan wat er precies gaande is. Daarvoor is op de eerste plaats nodig dat het levenseinde niet – zoals steeds vaker gebeurt – los wordt gekoppeld van het leven dat iemand tot dan toe heeft geleid en dat het op de tweede plaats uit het medisch kader wordt gelicht. Terwijl nu alle aandacht zich toespitst op ‘waardig sterven’ bepleit ik een accentverschuiving richting ‘waardig leven’.

Dat klinkt hoogdravend en ambitieus maar met dat vergrootglas wil ik inzoomen op ogenschijnlijke futiliteiten in de modder van ons bestaan die knagen aan het basisvertrouwen in elkaar en in de samenleving waardoor we gaan denken en handelen op een wijze die wij diep in ons hart eigenlijk betreuren. Voor mij is het dan ook alsof ik nu een fluitketel hoor.

Delen