Samen maar ieder voor zich

Dit blog zou gaan over de mogelijkheden en onmogelijkheden van beroepsverenigingen met de titel: waartoe zijn zij op aard? Ik kan echter niet om de pas gepubliceerde Ambitie 2025  van Zorgverzekeraars Nederland heen. Daarin gaat het over loslaten van een vertrekpunt dat gebaseerd is op regels, procedures en systeem. En ik lees woorden als verbinden, vertrouwen, vernieuwen en samenwerken. Het benoemt geven en krijgen, gelijk speelveld, maar dan wel voor zorgverzekeraars en voldoende sturingsmogelijkheden.

Wie mijn blogs leest begrijpt dat ik daar een aantal zeer kritische kanttekeningen bij zou kunnen plaatsen. Als cliënt en patiënt zie ik termen als ‘overzichtelijk polisaanbod’ en ‘eigen invulling van zorg’ nu nog als een utopie. Maar vooruit, we geven het een kans. Het is tenslotte nog geen 2025.

Wat blijkt echter aan het einde van het verhaal: de leden van ZN delen de ambitie maar geven daar ieder op een eigen manier invulling aan. Dus eigenlijk is het: samen maar ieder voor zich. Laat dat nou net zijn waardoor ik huiverig word naar de invulling van het streven.

De leden van ZN delen hun ambitie maar geven daar ieder op een eigen manier invulling aan

Nu kom ik dan toch op de beroepsverenigingen in de zorg. Ze zitten overal aan tafel, ze lobbyen en sluiten een Hoofdlijnen Akkoord waar ook weer iedere zorgverzekeraar een eigen invulling aangeeft. Ze proberen aandacht te besteden aan alle werkgebieden en maken werk van transparantie van de kwaliteiten van hun leden, misschien zelfs overwerk. Ze uiten kritische opmerkingen richting de politiek, de ene meer dan de andere en balanceren tussen ledenbelang en Mededingingswet. Over tarieven mag niet gepraat worden. Nee, we zijn verenigd, we zijn samen, maar daarvoor geldt: ieder is alleen.

Een beroepsvereniging weet echter braaf goed wat een behandeling kost. Ze weet ook zeer goed wat er allemaal niet deugt aan een contract. Ze horen van leden dat bij vragen over de overeenkomst gezegd wordt dat het beleid voor komend jaar al vast staat. Wat voor middelen hebben zij om op te komen voor hun leden? Ze zijn geen vakbond en die rol wordt veelal gemist. Ze mogen met z’n allen naar Den Haag, Hilversum of oproepen tot acties. Daarbij zie je enkelen er vol in gaan en anderen met koudwatervrees. Er is een NZa en een Nederlands Arbitrage Instituut en natuurlijk kunnen de leden daar een-voor-een naar toe. Maar wie neemt het voortouw? En wat doen beroepsverenigingen in deze?

Zij zien lijdzaam toe dat hun leden zeer verschillend gehonoreerd worden met tarieven, soms onder de productieprijs en zien dat het contracteerbeleid veelal ten nadele is van hun leden. Ze bewaken de kwaliteit maar leden voelen de aangescherpte kwaliteitseisen als wantrouwen en missen daadkracht en misschien het samen optrekken.

Zorgverzekeraars krabben zich achter de oren bij het zien van een nog lager tarief bij hun collega die zo meelift als freerider. Want met een luttel tarief is investeren in de praktijk niet mogelijk. En bij het sluiten van overeenkomsten wordt gerept over meer gelijke eisen en samenwerken met het zorgveld.  Dat zorgveld ervaart echter veel verschillende regels en tekenen bij het kruisje.

Samen maar ieder voor zich. Met wederzijds vertrouwen.

Delen