Scheiding der machten

Onlangs hoorde ik op de radio een gesprek over het falen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als toezichthouder ten gevolge van het gebrek aan onafhankelijkheid. De scheiding der machten, het trias politica principe ontbrak.

Toezichthouders zijn belangrijk in onze maatschappij. Zij dienen onafhankelijk en vrij van verstrengeling van belangen te kunnen opereren. Het scheiden van bevoegdheden tussen partijen met een verschillende rol en of maatschappelijk belang is essentieel voor een rechtvaardige, democratische samenleving. Het is dan ook verwonderlijk dat bijna alle rollen in de zorg kritiekloos aan één van de spelers lijken te worden toebedeeld.

De zorgverzekeraar in de rol van Beoordelaar van kwaliteit. Als inkoper bepaalt de verzekeraar, niet de dokter, welke middelen, behandelingen en zorgverleners er nodig en goed genoeg zijn voor een patiënt en bepaalt dus in feite wat de patiënt wil en wat kwaliteit van zorg is.

De zorgverzekeraar in de rol van Schatkistbewaarder. De verzekeraar bepaalt de hoogte van de (verplichte) zorgpremie, maar ook de hoogte van haar eigen solvabiliteitsspaarpot en hoeveel er daadwerkelijk aan zorg wordt uitgegeven, mits dit binnen het door de overheid bepaalde macrobudgettair kader blijft. De zorgverzekeraar treedt hierbij ook op als schuldeiser van achterstallige premie en schiet het zo nodig voor aan degenen die niet kunnen voldoen aan de verplicht te betalen basiszorgpremie. Ook is hij de partij die op ‘zorgfraude controleert’.

De zorgverzekeraar in de rol van Speelveldbepaler. De verzekeraar ziet zichzelf (bijvoorbeeld als mede-eigenaar van Independer) als de gids tussen de verschillende verzekeraars en hun polissen. Verder functioneert zij als informatiebron voor de overheid en beïnvloedt daarmee het beleid, inclusief de inhoud van het basispakket en de noodzaak tot het centraliseren van zorg, zoals plaatsbepaling voor spoedeisende hulpposten, en daarmee het zorglandschap.

Doordat in praktijk vier overgebleven zorgverzekeraars zich al deze bovenstaande rollen hebben toebedeeld, zit de verzekeraar in het zorgveld inmiddels op de stoel van het kwaliteitsinstituut, de IGZ, de dokter, de patiënt, de premie-inner (‘belastingdienst’), de Nederlandse Bank, de minister, een willekeurige bank, de politie, de rechter, de consumentenbond, de verzekerde (alle burgers), de NZa, de politiek. Ben ik misschien nog een stoel vergeten?

Bangmakerij? Zou, met het belang van de scheiding der machten in het achterhoofd en bovengenoemde lange lijst van rollen bij een private partij als de zorgverzekeraar, niet iedereen met een beetje gezond verstand zich hier op zijn minst erg onbehaaglijk bij voelen?

Delen