Schmitz versus Snijders


Hij is chirurg en opleider, zij is net klaar met haar opleiding tot chirurg. In een duocolumn bespreken Roderick Schmitz en Heleen Snijders relevante zorgthema’s, tegenstellingen én taboes.

Roderick Schmitz is gastro-intestinaal chirurg en opleider in het Groene Hart Ziekenhuis Gouda

Ha Heleen,

Vriendelijkheid was mijn enige valkuil. Althans, dat gaf een van mijn opleiders mij mee aan het eind van mijn opleiding. “Je gaat te weinig klaarspelen als je niet af en toe flink de hamer gebruikt”, zei hij. Ik beschouwde mijn valkuil eigenlijk als een compliment, want met de hard skills zat het dus wel goed en dát was veruit het belangrijkste voor een startende chirurg. De tijden zijn veranderd maar het doel van de opleiding is nog steeds hetzelfde: het vormen van een aios tot een onverschrokken, vaardige, alleskunnende superchirurg die leiderschap toont in de meest complexe situaties, ook midden in de nacht. Weerbaarheid en veerkracht ontwikkelen is daarbij essentieel en de logische vraag is hoe je dat dan als opleidersgroep het beste kunt faciliteren. Alle psychologische bespiegelingen en softe adviezen ten spijt, zal het je niet verbazen dat in de chirurgische praktijk de mening oppopt dat weerbaarheid en veerkracht moeten worden aangeleerd door ongemak te introduceren. Je kent het recept wel: lekker de hamer gebruiken tijdens overdrachten of de jonge dokter overladen met verantwoordelijkheden tijdens diensten. Dus snel aanpassen in deze masculiene wereld, ook als vrouw, want daar word je groot en sterk van. Of mis ik iets, Heleen?

Heleen Snijders rondde recent de opleiding tot colorectaal chirurg af (in het GHZ)

Ach Roderick,

Als jij door je vader bent geslagen, betekent dat dan dat jij ook je kinderen moet slaan? Dat dit onderwerp al zo oud als de weg naar Rome is, moet toch voor enige relativering zorgen. Socrates sprak vijf eeuwen voor Christus al over ‘de jeugd van tegenwoordig en diens slappe voorkeuren voor kletspraatjes in plaats van voor harde training’. Als ik dan een van mijn opleiders zesentwintig eeuwen later hoorde klagen over mijn generatie die ‘nergens meer tegen kan’ en ‘om het minste of geringste overspannen raakt’, weet ik dat gelukkig in historisch perspectief te plaatsen.

Rest het antwoord op jouw vraag: hoe word je groot en sterk? De heersende opinie onder onderwijskundigen is dat het introduceren van ongemak juist contraproductief werkt. De negatieve emotie veroorzaakt een fight-flight-freeze-reactie, waardoor iemands leerpotentie afneemt. Ach, de boeken zijn er vast nog niet over gesloten, maar uit ervaring herken ik inmiddels de bij mij overheersende fight-variant, en zijn tijdelijke negatieve effect op mijn leercurve. Ik en de generatie na mij hebben juist behoefte aan veiligheid, vertrouwen en positieve feedback. En volgens mij creëer je daardoor geen slappe generatie, maar een die zichzelf goed kent, inclusief de eigen talenten en grenzen. Als dat geen veerkrachtige chirurgen oplevert, weet ik het ook niet meer.

Delen