Seks, liefde en lust in het ziekenhuis

‘Hmmm’ kreunde de chirurg met zijn handen onder haar rok. Het duurde niet lang of hij frummelde aan de rand van haar broekje. (…) Ze rilde onder de aanraking van zijn lenige chirurgenvingers.*

Op weg naar de zomer stoomt Men’s Health (de titel maakt dit maandblad als vakliteratuur fiscaal aftrekbaar!) het manvolk steevast klaar voor het lustiger leven. Het kan ook haast geen toeval zijn dat het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde op 2 juni jl. een themanummer aan ‘Seksualiteit – Lusten & Lasten’ wijdde en Medisch Contact vijf dagen later met een publicatie over seksuele intimidatie – ‘#MeToo: artsen gaan niet vrijuit’ – het NOS-journaal haalde. En op 9 juni jl. figureerde op de cover van het Volkskrant Magazine een plastisch gefotografeerde “trio-tongzoen” om de aandacht te vestigen op het artikel ‘Houd een seksdagboek bij’

“Ook op de werkvloer van artsen komen seksueel grensoverschrijdende situaties vaak voor”, schrijven Eva Kneepkens en Simone Paauw met klaarblijkelijk enige verbazing in Medisch Contact. Ik heb allang de illusie verloren om bij lezers de ogen te openen voor de realiteit van het medische bedrijf: wat er onder witte doktersjassen huist is aanzienlijk minder maagdelijk dan van buiten lijkt. Liefde op de werkvloer van het ziekenhuis heeft al tot heel wat relaties geleid. Hoeveel artsen zijn er niet voor de eerste, tweede of derde keer met een collega getrouwd?

Wat er onder witte doktersjassen huist is aanzienlijk minder maagdelijk dan van buiten lijkt

Ook in dokterslijven bruist het van ‘seks-, liefde- en lusthormonen’ die op het werk tot flirten in allerlei vormen en gradaties leiden. De grens tussen wel of geen grensoverschrijdende situaties is minder scherp dan graag wordt gedacht. Een indicatie hiervan vinden we trouwens ook terug in Medisch Contact: “Van alle respondenten die deelnamen aan de enquête (n=3098) geeft 4 procent toe zichzelf seksueel grensoverschrijdend te hebben gedragen.”

Voor nuancering tussen zwart en wit van hetgeen op de werkvloer gebeurt, is echter geen plaats wanneer bobo’s reageren. In hetzelfde nummer van Medisch Contact schrijft KNMG-voorzitter René Héman: “Variërend van een foute grap tot handtastelijkheden, meestal ten koste van een (vrouwelijke) student of co-assistent. Voor mij is glashelder: dit mag en kan absoluut niet. Nul is de norm. Het kan nooit, het kan nergens, het kan op geen enkele manier.”

In 2007 geleden bestond #MeToo nog niet maar seksuele intimidatie wel. Naar aanleiding van een onderzoek waaruit bleek dat één op de vijf co-assistenten hiervan het slachtoffer was, schreef de toenmalige hoofdredacteur Ben Crul in nummer 7 van Medisch Contact: “Dat hebben wij als oudere garde voor een deel zelf in de hand. (…) Zolang wij onze ogen sluiten, meelachen of meedoen met seksueel getinte opmerkingen of gedragingen, zijn we gewoon fout bezig. (…) Ieder van u die niet ingrijpt of er zelf aan meedoet, is voor mij geen knip voor de neus waard.”

Bij seksuele intimidatie gaan lust en macht hand in hand

Holle retoriek hoog van de toren? Hoe dan ook lijkt er in elf jaar weinig verbeterd: van de respondenten die een seksueel grensoverschrijdende situatie hebben meegemaakt is 45,6 procent co-assistent. De jongeman die de dochter van een kennis op de werkvloer van een reclamebureau lastigviel, werd op staande voet ontslagen. Omdat co’s onderaan de pikorde staan, zijn zij het vaakst de pineut. Want bij seksuele intimidatie gaan lust en macht hand in hand. Ik zie het bestuur van ziekenhuis A nog niet zomaar de befaamde chirurg prof. dr. J op straat zetten omdat zijn handjes wat te los zitten. Het probleem zit dus niet alleen bij J, maar ook bij degenen die J de hand boven zijn hoofd houden.

* Dit fragment uit de Favoriet-doktersroman Dokter Hansens geheim is overgenomen uit het artikel ‘Intimiteiten’ van Gijs Zandbergen (Volkskrant, 19 januari 2000).

Delen