Sociale impact

Het is een zeer wezenlijke vraag die hoogleraar langdurige zorg en dementie Anne-Mei The (VU) stelt: “Waarom grijpen we niet eerder en anders in?” Wat nu na de diagnose dementie gebeurt, is afwachten tot de problemen zich aandienen en daar dan op handelen.

Het medische perspectief dus: wachten op problemen. Terwijl overduidelijk is dat na die diagnose op medisch gebied weinig winst te boeken valt zolang er geen pil is die dementie geneest. Het zijn juist de sociale gevolgen die zich bij dementie laten gelden: de partner en kinderen die hun naaste aan zich zien ontglippen, het steeds kleiner wordende kringetje. En niet in de laatste plaats de worsteling van de persoon zelf met het besef over wat er aan de hand is.

‘Waarom grijpen we niet eerder en ander in bij dementie?’

Juist daarom is het voorstel van The voor de sociale benadering van dementie zo volstrekt logisch. Het richt zich immers juist op de gevolgen van de dementie voor de persoon in kwestie en diens naasten. De eerste stappen in de social trials waartoe minister Hugo de Jonge in 2018 de aanzet gaf, laten zien dat de sociale benadering van dementie een positieve invloed heeft op kwaliteit van leven, en bovendien tot een besparing op de zorguitgaven in de Wlz leidt.

Wat het initiatief van The gemeen heeft met het concept van positieve gezondheid dat Machteld Huber ontwikkelde, is dat het niet de zorg maar de mens centraal stelt. De sociale benadering van dementie verdient het dan ook dezelfde impact te krijgen op ons denken over gezondheid en ziekte als het concept van Huber.

Delen