Solist naar de uitgang

De discussieavond vond alweer een paar weken geleden plaats, maar de vraag is actueel: verdwijnt de tandarts als ondernemer? Het meest voor de hand liggende antwoord is: ja. En dat geldt niet alleen voor tandartsen, maar net zo goed voor huisartsen.

Beide vakken veranderen omdat de jonge generatie die er nu in aantreedt heel anders tegen het werk – en tegen werken in het algemeen – aankijkt dan de generaties voor hen die nu in het vak actief zijn. Hoogleraar organisatiekunde Matthieu Weggeman heeft hier een duidelijke visie op. Die jonge generatie heeft een 3:1:1 work/life-balance: drie dagen werken, een dag creatief zijn en een dag de wereld verbeteren. En in het werk is het de inhoud die ze boeit. Ondernemerschap is niet de inhoud van het werk waarvoor een tandarts of een huisarts wordt opgeleid.

De solist verdwijnt langzaam en geruiloos uit beeld

Natuurlijk kun je hierop reageren door een verplicht vak ondernemerschap toe te voegen aan het curriculum van de opleidingen. Maar zolang onder jonge tandartsen en huisartsen het animo om een eigen praktijk op te zetten afneemt, zal dat weinig zoden aan de dijk zetten.

Dit gegeven kleurt ook meteen de stelling die tijdens de discussieavond werd opgeworpen, namelijk dat ketenvorming in de tandheelkunde een halt moet worden toegeroepen. De vraag is hoe je dat zou willen doen. Je kunt uittredende tandartsen immers moeilijk verbieden hun praktijk aan een keten te verkopen als die goed geld biedt. Bovendien: als er geen jonge tandarts is die de praktijk wil kopen voor zelfstandige voortzetting, heb je feitelijk ook geen alternatief. Bij huisartsen tekent zich een zelfde beeld af. De solist verdwijnt langzaam en geruisloos uit beeld.

Delen