Specialiseren over de grens

achtergrond / Een gang naar het buitenland voor populaire specialismen

Voor een aantal populaire specialismen kunnen basisartsen in Nederland maar moeizaam een opleidingsplek vinden. Een gang naar het buitenland is voor sommigen een goede optie. En vaak zijn de verdiensten als aios er ook nog beter.

Nadat Amanda Trompenaars (29) voor de tweede keer te horen had gekregen dat de opleidingsplek kindergeneeskunde aan haar neus voorbijging, heeft ze haar blik naar buiten gericht. “Duitsland en Engeland passeerden de revue, maar het werd België, ook vanwege de taal en de afstand”, zegt Trompenaars die sinds september 2016 arts-specialist in opleiding (aso) is in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Over een kleine vier jaar hoopt ze kinderarts te zijn.

Trompenaars is niet de enige die de grens over trekt voor haar opleiding tot medisch specialist. Exacte cijfers ontbreken maar de trend is dat steeds meer basisartsen hun heil in het buitenland zoeken. Vooral voor specialismen waarvoor zich in Nederland vijf keer zoveel kandidaten melden dan er plaatsen zijn, zoals kindergeneeskunde, heelkunde, plastische chirurgie en obstetrie/-gynaecologie, lijken onze buurlanden een aantrekkelijke optie.

Trend: steeds meer basisartsen zoeken hun heil in het buitenland

Gynaecoloog Willem-Jan Cuypers (42) maakte in 2009 ook de keuze voor een opleidingsplaats in het buitenland. Voor het Städtisches Krankenhaus in Heinsberg om precies te zijn, 20 km van zijn woonplaats Roermond. “Nederland kent golfbewegingen als je kijkt naar het ideale profiel voor een aios. Toen ik in 2001 afstudeerde, moest je vooral veel ervaring hebben opgedaan als anios en toen ik een jaar of vijf later die ervaring had, wilde men liever kandidaten die vers uit de schoolbanken kwamen en aantoonbare wetenschappelijke ervaring hadden.” Cuypers werkte enkele jaren als anios gynaecologie, deed de opleiding tot seksuoloog en soa-zorg en belandde uiteindelijk in de seksuele gezondheidszorg en psychiatrie. “De rode draad in die jaren bleef gynaecologie, dus daar wilde ik me graag in specialiseren, maar de opleidingsplekken lagen ook toen niet voor het oprapen. Ik woonde en werkte destijds in de grensstreek en had veelvuldig contact met Duitse gynaecologen. Zij wezen me op de mogelijkheid mijn opleiding daar te doen.”

Ervaring opdoen

Sommige artsen kiezen voor een verblijf in het buitenland om ervaring op te doen waarmee ze bij terugkeer de kans op een opleidingsplek in Nederland vergroten. Vincent Meyer (28) uit Groningen is daar een voorbeeld van. Meyer werkte na zijn afstuderen een jaar als anio in UMC Groningen, toen hij overwoog op een opleidingsplek chirurgie te solliciteren. “Maar ik vond dat ik nog niet klaar was en wilde eerst nog een tijd in een perifeer ziekenhuis werken, liefst in het buitenland.” Voor Meyer moest het wel een Engelssprekend land worden. “Ik heb een tijd in Nieuw-Zeeland gereisd en wilde daar graag werken, maar om er aan de slag te kunnen moet je eerst examens doen en vier jaar ervaring hebben.”

Nadat Meyer nog een aantal Angelsaksische landen had ‘bestudeerd’, kwam hij uit bij Ierland. “Daar hebben ze een groot tekort aan artsen, dus dat kwam goed uit. Ik heb gewoon het vliegtuig gepakt naar Dublin en heb me gemeld bij de spoedeisende hulp van het St. Vincent Hospital. Na een kort gesprek kreeg ik te horen dat ik een paar dagen later kon beginnen.”

Ook Trompenaars pakte door toen ze eenmaal had besloten haar geluk in België te beproeven. “Ik heb een open sollicitatie gestuurd. Daarop vroegen ze mij twee weken mee te lopen zodat we van beide kanten konden ervaren of we met elkaar verder wilden. Dat was voor mij ook prettig; behalve dat ik daardoor goed wist waar ik aan toe was, konden we tijdens het sollicitatiegesprek ook meer de diepte in.” Wel was ze verbaasd dat ze tijdens dat gesprek zo’n tien mensen tegenover zich had. “En het ging ook over persoonlijke dingen. Heel anders dan de gesprekken die ik in Nederland had gehad.”

Niet al te direct

Dat sollicitatiegesprekken in België anders lopen dan in Nederland, bevestigt Lieselotte Klop van BKV, het werving- en selectiebureau dat regelmatig artsen begeleidt naar een opleidingsplek in het buitenland. “In België wil men graag een goed gevoel hebben, niet alleen op zakelijk maar ook op persoonlijk vlak. Ze nemen daar ook ruim de tijd voor.” Ook adviseert Klop kandidaten om niet al te direct te zijn tijdens zo’n gesprek. “Nederlanders staan bekend om hun assertiviteit en dat wordt niet altijd als prettig ervaren.”

Cuypers herkent dat. “Tijdens een sollicitatiegesprek in Duitsland moet je ervoor zorgen dat je niet te brutaal overkomt, maar tegelijkertijd moet je ervoor waken dat je als naïef wordt gezien. Dat is een spanningsveld. Ook bijzonder was dat ik mijn gesprek had met het afdelingshoofd en de ziekenhuisdirecteur zelf. Ze belden me zelfs een paar dagen na het gesprek om te vragen of ik er al uit was.” Die instelling heeft waarschijnlijk ook te maken met de vraag naar arts-assistenten die in Duitsland behoorlijk groot is. “Die vraag is in de grensstreek zelfs nog groter”, zegt Klop van BKV. “Het mooie is dat we dat tekort met Nederlandse artsen kunnen aanvullen, die dan vaak zelfs nog in Nederland kunnen blijven wonen.”

Minder mondige patiënt

De taal kan in het geval van Duitsland wel een obstakel zijn, vertelt Cuypers. “Je moet aantonen dat je de Duitse taal goed beheerst en zelfs een examen afleggen.” Dat probleem speelt minder in België en Ierland, maar ook Trompenaars en Meyer moesten wennen. Trompenaars: “Ik weet nog dat ik die eerste weken goed moest nadenken over wat iemand nou precies zei, omdat het Vlaamse Nederlands toch net even anders is.”

Ierse patiënten hebben meer respect voor hun artsen

Ook de manier van omgaan met collega’s en patiënten verschilt tussen landen. “Patiënten zijn in Duitsland minder mondig”, vertelt Cuypers. “Ze vragen vaak niet door omdat ze al snel het gevoel hebben dat ze jouw tijd onnodig in beslag nemen. Dat betekent wel dat ik heel volledig moet zijn en ze altijd expliciet uitnodig om vragen te stellen.” Trompenaars ziet in België vrijwel geen patiënten ‘die dankzij dr. Google zelf al de diagnose gesteld hebben’ en Meyer viel het op dat patiënten in Ierland meer respect hebben voor artsen. “Ik vind dat niet per se beter of slechter, maar er was duidelijk meer afstand tussen patiënten en artsen. Ook tussen medisch specialisten en arts-assistenten trouwens.” Volgens Cuypers is in Duitsland sprake van een sterkere hiërarchie, alhoewel die in de praktijk reuze meevalt. “In Nederland wil vaak iedereen meebeslissen, maar in Duitsland is het de Chefarzt die beslist en meestal legt iedereen zich daarbij neer.” Klop ziet daarin ook een voordeel. “Die hiërarchie geeft ook veel structuur en duidelijkheid en dat vinden sommigen heel prettig.”

Bureaus

Bureaus die artsen bemiddelen en begeleiden naar een baan in het buitenland, zijn onder meer BKV, Mmedical, TMI en Via Medica. Meestal gaat het om reguliere banen, maar ook basisartsen die hun opleiding tot medisch specialist in het buitenland willen doen, kunnen bij deze bureaus terecht. Veelal hebben de bureaus verstand van zaken als het gaat om het laten erkennen van diploma’s en kunnen ze helpen bij de financiële, fiscale en logistieke consequenties van een verblijf in het buitenland.

De werkdruk voor arts-assistenten is in de ons omringende landen vergelijkbaar met die in Nederland. Meyer denkt dat het in Ierland zelfs nog iets hoger ligt. In het begin moest hij enorm wennen aan de drukte op de SEH waar hij de eerste zes maanden werkte. “Omdat de spoedeisende hulp als een soort voorportaal van het ziekenhuis fungeert, zitten de wachtkamers overvol. Een patiënt moet binnen zes uur worden gezien door een arts, maar vaak wordt dat niet gehaald. Toch blijft iedereen geduldig wachten op zijn beurt, al duurt dat soms wel twaalf uur.” Trompenaars denkt dat een arts-assistent het in België iets drukker heeft dan in Nederland. “Je bent met minder artsen waardoor je meer diensten moet draaien.” Groot voordeel is wel dat je overwerk in België uitbetaald krijgt, in tegenstelling tot Nederland waar vaak wordt gedacht dat dat in het basissalaris zit. Voor Duitsland en Ierland geldt volgens Cuypers en Meyer hetzelfde. Cuypers denkt dat arts-assistenten in Duitsland zeker 25 procent meer verdienen dan in Nederland. “Ook zijn werkgevers schappelijker. Ik kon zomaar vrij nemen toen mijn dochter haar verjaardag vierde.”

‘Je hebt hier echt de tijd voor je patiënten en dat vind ik heel belangrijk’

De gynaecoloog is na zijn opleiding blijven hangen in Duitsland en werkt nu in een vruchtbaarheidskliniek in Düsseldorf. Of hij ooit weer in Nederland aan de slag gaat, weet hij niet. “Als medisch specialist verdien je in Nederland over het algemeen wat meer, maar ik proef veel frustratie bij Nederlandse collega’s over de macht van de zorgverzekeraars en de druk van doelmatigheid. Dat speelt hier veel minder. Je hebt hier echt de tijd voor je patiënten en dat vind ik heel belangrijk. Ook zakelijk zijn de mogelijkheden groter, zoals het openen van een eigen praktijk.”

Veel zelf doen als arts

Amanda Trompenaars houdt ook alle opties open. “Misschien ga ik terug naar Nederland, maar dat ligt ook aan de arbeidsmarkt op het moment dat ik klaar ben. En aan mijn ervaringen de komende jaren.”

Vincent Meyer is alweer een tijdje terug na zijn anderhalf jaar op de SEH en de afdeling chirurgie van het St. Vincent Hospital in Dublin. “Ik heb enorm veel geleerd. Door het tekort aan medisch personeel moet je in Ierland als arts vaak alles zelf doen, dus ook antibiotica toedienen en bloed afnemen. Verder zie je van alles voorbijkomen, ook grote trauma’s. Die ervaring had ik in Nederland niet zo snel op kunnen doen.” Hij hoopt dan ook dat de opgedane ervaring positief voor hem uitpakt bij de volgende sollicitatieronde chirurgie in het UMCG. “Dat ik in een ander systeem heb gewerkt, is een pluspunt. En dat je zo’n buitenlandse uitdaging aangaat, zegt ook iets over je als persoon.”

Willem-Jan Cuypers kan iedere arts aanraden een tijd in het buitenland te werken. “Snuffelen in de medische keuken van een ander land, al is het een buurland van Nederland, maakt de kijk op je vak immers veel breder.”

Delen