Spiegel

Het kabinet wil ‘de balans herstellen’ en ‘de arbeidsmarkt toekomstbestendig maken’. De vraag is of het plan om schijnzelfstandigheid in de zorg aan te pakken hiervoor de juiste weg is. Het risico is immers dat een deel van de zzp’ers snel zal omzien naar ander werk. De uitstroom die dit mogelijk veroorzaakt, kan de zorg zich niet veroorloven.

De uitslag van een poll, die laat zien dat een meerderheid van de betrokkenen tegen een stop op zzp’ers in de zorg is, is geen verrassing. Door te werken als zzp’er ervaren ze een vrijheid in hun werk die ze in loondienst niet of in ieder geval minder zouden hebben.

Twee reacties op de poll zijn veelzeggend. Niet alleen omdat ze anoniem zijn, maar ook vanwege de inhoud. Een directeur van een ouderenzorgorganisatie zegt van zzp’ers te weinig verantwoordelijkheid en verbondenheid met de organisatie te ervaren. Wat ontbreekt, is reflectie op de vraag wat hij hieraan zelf – via goed werkgeverschap – kan doen. Bovendien kan de toevoeging “Te veel voor zichzelf, te weinig voor de patiënt” bijna als een belediging worden opgevat. Die zzp’ers werken wel in de zorg tenslotte, voor de patiënt dus. Dat ze dit als zzp’er doen wil niet zeggen dat daar niet hun hart ligt.

Een toezichthouder zegt: “Ze doen hun collega’s aan wat ze zelf niet willen”. Ook niet echt een fijne uitspraak. Toezichthouders kunnen bestuurders aanspreken op goed werkgeverschap. Dat horen ze ook te doen. En goed werkgeverschap zit in meer dan geld alleen.

Delen