Stemmen

De afdronk van Het Grote Zorgdebat van afgelopen maandagavond is dat partijen wel allemaal vinden dat een aantal veranderingen in de zorg nodig zijn, maar dat het ontbreekt aan samenhang of concrete oplossingen. Op zich is dat begrijpelijk. Verkiezingsdebatten gaan immers niet over wat de kandidaten daadwerkelijk denken te gaan bereiken in een volgend kabinet, maar over wat ze denken dat hun potentiële kiezers willen horen.

Ervaringen uit het verleden bieden wat dit betreft bedroevend veel garanties voor de toekomst. Het feit dat de zorgvraag door de verkiezingswensen van de politieke partijen alleen maar zal stijgen, spreekt boekdelen. Die zorgvraag moet juist omlaag, dat weten al die partijen zelf ook wel. En zo lang er geen verkiezingen in het directe vooruitzicht zijn, roepen ze dit ook voortdurend. Maar nu even niet.

‘Versnipperde politieke landschap maakt uitzetten effectieve beleidslijn voor de zorg niet eenvoudig’

Zoals nabeschouwer van Het Grote Zorgdebat Jet Bussemaker stelde, zijn er geen eenvoudige oplossingen. “De praktijk blijkt weerbarstig”, zegt ze. Een politieke praktijk die alle kanten op schiet is dat zeker. Iedere partij heeft zo zijn eigen wensenlijstje en met het huidige, versnipperde politieke landschap is het niet eenvoudig daaruit een consequente, efficiënte en effectieve beleidslijn te destilleren. En juist over het punt waarover ze het allemaal in ieder geval wel een klein beetje eens zijn – teveel marktwerking – zeggen twee prominenten van buiten de politiek dat de partijen zich waarschijnlijk te veel voorstellen van het nut van veranderingen op dit gebied. Oud-topambtenaar van VWS Roel Bekker preekt juist de zegeningen van concurrentie en marktwerking. En NVIC-voorzitter Diederik Gommers steekt de loftrompet over de goede organisatie van de zorg. “Centrale aansturing verlamt”, zegt hij. Tot zover de centrale regie die zo veel partijen zeggen te wensen.

En wij, de kiesgerechtigden? Of u nu patiënt of nog gewoon verzekerde bent: succes met stemmen volgende week.

Delen