Sterfgeval

Het was geen urn maar vermoedelijk een kartonnen doos – zo’n zelfde waarin melk zit  met een tuitje waaruit de circa drie kilo as van zijn geliefde zus – zoals hem was verteld – ‘als kunstmest maar dan wel met een andere kleur’ – in een gat werd gestrooid, waarin daarna een jonge boom werd geplant. En ofschoon de symboliek van eeuwige wederkeer van leven hem altijd heeft aangesproken en niet beter dan op deze wijze hieraan recht kon worden gedaan, kon hij de aanblik van tot as gereduceerd leven niet verdragen. Hij meldde zich daarom af voor de bijeenkomst en bezocht de dag erna met zijn vrouw de betreffende plek op de natuurbegraafplaats.

Die ochtend had de dood een nare verrassing in petto. Wat in eerste instantie op een in de tuin gewaaide verfrommelde grijze plastic zak leek, bleek een grote dode duif te zijn die daar zonder zichtbare verwondingen met wijd opengeslagen vleugels tussen wat lage begroeiing lag. Voor het laatst stak hij het dagelijkse kaarsje aan bij de foto van zijn overleden zus. Volgens zijn echtgenote bleef hij mede daardoor te veel in de rouwfase hangen. Het was een stralende dag en zij zouden na het bezoek aan de natuurbegraafplaats naar zijn geliefde plekje aan zee gaan, een waardige locatie om het allesomvattende op een positieve manier te beleven. 

Het waren drie intens verdrietige maanden geweest, alleen na het overlijden van zijn vader die dit jaar honderd zou zijn geworden, had hij net zo veel gehuild. Het was of alle ontmoetingen in deze periode met zijn zus als opeenvolgende momenten in hem waren opgeslagen. De keer dat zij – zelfs twee weken voor haar dood – met haar man nog bij hem en zijn vrouw op bezoek was (zij zag er toen weer veel beter uit), de twee keer in het ziekenhuis (de tweede keer kon ze al nauwelijks meer zonder zuurstof) en de laatste twee keer bij haar thuis. 

De impact van haar dood op hem was vele malen groter dan hij ooit had kunnen vermoeden

Zij deelden niet allen het ouderlijk huis maar zo veel meer, wat zich niet in woorden laat uitdrukken maar waardoor zijn zus als het ware zijn levensblije tegenhanger was geworden, de enige misschien die hem met haar oprechte relativeringsvermogen (en niet met goedkope, holle adviezen) uit sombere buien kon trekken. Wat haar was overkomen was ontzettend onrechtvaardig en onbarmhartig, zeker omdat zijn zus dag in dag uit altijd voor anderen klaarstond en erg spiritueel was ingesteld. Broer en zus voelden elkaar aan. Drie maanden voor haar overlijden vroeg zij hem of de dood echt het definitieve einde van haar leven zou zijn.

De impact van haar dood op hem was vele malen groter dan hij ooit had kunnen vermoeden. Hoe vaak hadden mensen hem niet verteld dat zij een broer of zus hadden verloren, natuurlijk leefde hij met hen mee maar hoeveel erger is het niet wanneer ouders of kinderen overlijden. Toch ligt het anders wanneer je hierdoor zelf wordt getroffen. In de nacht na het laatste afscheid op het natuurkerkhof trekken beelden hiervan in een droom voorbij. Hij ziet een stoet mensen, waaronder – heel duidelijk – zijn vader in een lange, wat verkreukelde bruine regenjas. De man oogt wanhopig, hij maakt zich los uit de rij, kijkt om zich heen en loopt weg. Het lijkt of hij iemand zoekt.

Naschrift:
Bij het afscheid van zijn zus drukte hij haar uitgeteerde lichaam – ze leek een vogel te zijn geworden – tegen zich aan. Toen gebeurde er iets heel bizars waarover hij zich nog altijd verbaast. Het was of de tijd plots meer dan een halve eeuw terugging, nee… het was alsof de tijd compleet wegviel… niet meer bestond. Het was niet alsof… het was écht zo! Zijn zus was zijn zusje van heel vroeger geworden en hij haar oudste broer.

Delen