Steunpunt Slechte Ouders

Het schijnt dat jouw persoonlijkheid extra glans krijgt wanneer je publiekelijk fouten erkent. Daarom haast ik mij om te bekennen dat ik een slechte vader ben. Voortschrijdend inzicht brengt mij tot deze pijnlijke conclusie en hier raken we meteen de essentie van het probleem: het besef komt helaas veel te laat, mijn kinderen zijn inmiddels volwassen en je krijgt geen tweede kans meer. Gelukkig kan ik hierover lekker sparren met een ervaringsdeskundige van het eerder dit jaar opgerichte ‘Steunpunt Slechte Ouders’ (SSO). Het loopt hier storm, dus mocht u een lotgenoot zijn, meldt u zich dan direct aan alvorens verder te lezen.

Wij hebben het natuurlijk over een buitengewoon gevoelig onderwerp. Want kinderen zijn doorgaans loyaal aan hun ouders. Zelfs wanneer papa of mama over de schreef is gegaan, is er begrip. Édouard Louis oogst wereldwijd succes met twee boeken, waarin zijn vader als boeman wordt beschreven, maar in zijn derde kaskraker, met de Ze hebben mijn vader vermoord, neemt hij toch voor zijn pa op. Er rust ook een taboe op het blameren van eigen ouders. Hoeveel vaders en moeders zullen trouwens van zichzelf zeggen, dat ze een slechte ouder zijn (geweest)? En ook voor hen geldt: mocht men dit wel van zichzelf vinden, dan ligt er ter verdediging een legioen argumenten klaar.

Maar je hoeft geen huisarts te zijn om te weten dat er wel degelijk échte slechte ouders zijn en dat veel van hen dat ook wel van zichzelf weten wanneer je hen beter kent. Ik vraag mij trouwens weleens af of er ook échte slechte kinderen zijn, maar daar moeten we het later maar eens over hebben.

Laat ik eerst maar eens de hand in eigen boezem steken. Waarom ben ik een slechte pa? Het antwoord luidt helder en duidelijk: ik heb mijn kinderen té beschermd opgevoed. Mijn sparringpartner van het SSO stelde mij onmiddellijk gerust: veel ouders hebben hetzelfde gevoel, maar bij hen moet het voortschrijdend inzicht nog even de tijd hebben voordat ook zij tot de conclusie komen dat over-bescherming schadelijk is. Kijk maar eens op de site van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).

Natuurlijk heb ik lang nagedacht wat er fout is gegaan. Mijn vader heeft de Tweede Wereldoorlog én de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog meegemaakt, maar sprak daar nauwelijks of niet over. Hij moet hebben ervaren hoe slecht mensen kunnen zijn, maar het mensbeeld dat pa aan mij uitdroeg stond hier haaks op: mensen zijn goed en jouw vertrouwen waard.

‘Er rust een taboe op het blameren van eigen ouders’

Tot mijn puberteit ontmoette ik inderdaad louter goede, betrouwbare mensen maar daarna ging het gruwelijk mis en bleef het misgaan. Toen ons eerste kind werd geboren, was onze aardkloot één grote boze wereld geworden. Ik geloofde allang niet meer in intrinsieke, menselijke goedheid en er zijn maar heel weinig mensen die ik écht vertrouw. Logisch dat ik mijn pasgeboren zoontje en later zijn zusje tijdens de opvoeding wilde beschermen tegen al het kwade.

De antropologen Nicolas Argenti en Katharina Schramm laten in hun baanbrekende studie Remembering Violence: Anthropological Perspectives on Intergenerational Transmission (2009) zien hoe traumatische ervaringen kunnen doorwerken in volgende generaties. Natascha van Weezel geeft hiervan een voorbeeld in haar boek De derde generatie – Kleinkinderen van de Holocaust (2015). Dit maakt ook begrijpelijk waarom een slavernijverleden nog altijd pijn kan doen. Ik sluit niet uit dat ook minder ingrijpende ervaringen, die zich echter wel keer op keer herhalen, kunnen doorwerken op een volgende generatie.

Of slechte vaders of moeders écht bestaan betwijfel ik tegenwoordig steeds meer: in gezinnen met meerdere kinderen tref je namelijk vaak uiteenlopende meningen over de ouders. Dat is gelukkig een troostrijke gedachte.

PS
Sorry, lieve lezer… Ik heb u iets op de mouw gespeld: het Steunpunt Slechte Ouders bestaat louter in mijn fantasie. Laat ik dat maar onmiddellijk bekennen’ want eerdere verzinsels over de niet bestaande bestseller Grijs – Het genot van een onopvallend bestaan van de Amerikaanse psychiater Ethan Peale, het Medisch Outlet-Center (MOC) dat zorg tegen afbraakprijzen aanbiedt, en de brief van de Interministeriële Werkgroep BW, waarin het BSN-nummer wordt gekoppeld aan een burgerwaarde (BW), leidden tot boze reacties en dat kan ik mij voorstellen, want nepnieuws valt tegenwoordig niet meer te onderscheiden van een verzinsel, waarmee je toch een serieus onderwerp wilt aansnijden. Zoals nu!

Delen