Stukgemaakt discours

Afgelopen vrijdag hoorde ik op NPO Radio 1 de eigenaar van een schoonmaakbedrijf aan het woord. Deze vrouwelijke ondernemer met een buitenlandse achtergrond wist nog niet op wie ze woensdag wél ging stemmen, maar wel al heel zeker voor wie ze níet zal stemmen. Bang dat de PVV zal gaan (mee)regeren, was ze niet: dat gaat heus niet gebeuren. Maar evengoed, zei ze, is het Geert Wilders wel gelukt om in Nederland ‘een heleboel stuk te maken’.

Geen kans op regeringsdeelname maar wel dingen hebben stukgemaakt: dit geldt ook voor de SP. De allerjongste peilingen tonen weer een relatieve opleving, tot rond de 15 Tweede Kamerzetels die deze partij ook nu al heeft. Maar hoe dan ook blijft de SP stevig verwijderd van het hoogtepunt van 25 zetels dat werd gescoord in 2006. En is een blijvende oppositierol zeker.

Maar één ding hebben Emile Roemer c.s. intussen wél voor elkaar gekregen: het stukmaken van ons publieke zorgdiscours. Dat wil zeggen: in de rol van aanstichter hiervan. Want hier alleen de SP tot schuldige benoemen, zou voorbijgaan aan de verantwoordelijkheid die ook anderen hier dragen. Zou voorbijgaan aan de passiviteit van zij die dit achteloos hebben láten gebeuren. Die de SP veel te gemakkelijk de kans hebben geboden om de issues van het zorgdiscours eenzijdig, en uitsluitend voor eigen politiek gewin, te bepalen en te versmallen.

Eén ding hebben Emile Roemer c.s. intussen wél voor elkaar gekregen: het stukmaken van ons publieke zorgdiscours

Dat kapen van ons zorgdiscours ging via de weg van twee onwaarheden. De onwaarheid dat ons zorgstelsel slecht presteert. En de onwaarheid dat verbetering van de zorg, waar ieder zinnig mens best veel ruimte voor ziet, alleen maar mogelijk is door een complete wijziging van het stelsel, met ‘afschaffing van alle marktwerking en van alle zorgverzekeraars’.

Het punt is niet dat de SP nooit weerwoord heeft gekregen. Dat kwam er wel degelijk, zoals vanuit het niet-populistische deel van ons politieke spectrum, waar het SP-plan voor een Nationaal ZorgFonds geen steun heeft gevonden. En weerwoord kwam ook vanuit veel media, waar de retoriek van Roemer en Leijten regelmatig ergernis heeft losgemaakt.

Gisteren nog berichtte NRC Handelsblad prominent over een nieuw onderzoek van Gupta Strategists waarvan de conclusie is, ‘haaks op aannames in het publieke debat’, dat niet zorgverzekeraars onevenredig veel ‘macht hebben’ maar juist huisartsen en medisch specialisten. Weerwoord tegen het SP-narratief is verder regelmatig geboden op opiniepagina’s van kranten. In bijdragen van columnisten. En in commentaren (zoals: ‘Het zorgstelsel is het behouden waard’) namens redacties zelf.

Helder en overtuigend is ook deze korte video op Nu.nl, waarin gezondheidseconoom dr. Marco Varkevisser antwoord geeft op de vraag ‘Waarom zijn de zorgkosten in Nederland zo hoog?’ (Antwoord: nee, dit komt niet door de marktwerking.) En dan is er, als laatste voorbeeld, dit recente redactioneel commentaar, onder de kop ‘Simplisme’, in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, waarin adjunct-hoofdredacteur en huisarts Joost Zaat schrijft: “Houd toch eens op met het roeptoeteren van onheilsdreigingen. De zorg in Nederland is prima, we hebben helemaal niet bezuinigd de afgelopen jaren, en het idee dat weer een verandering ‘alles’ beter maakt is simplistische, dystopische flauwekul.”

De sfeer van permanente ruzie rond het zorgdiscours is doelbewust uitgelokt, als electoraal instrument

Maar tegenspraak alléén, hoe gedegen en sterk geformuleerd ook, brengt ons niet vanzelf voldoende verder. Steeds maar weer moeten reageren op wat de SP (en soms ook de PVV en 50Plus) zegt, heeft als neveneffect dat de aandacht wordt afgeleid van issues die er écht toe doen. En dit laatste werd nog eens extra bemoeilijkt door de sfeer van permanente ruzie die rond het zorgdiscours is opgetrokken.

Die ruzie, hierover geen misverstand, is doelbewust uitgelokt, als electoraal instrument. Je ziet dit niet alleen aan wát er wordt gezegd, maar ook aan de manier waaróp dit gebeurt: aan toonzetting en de woordkeuze. ‘Kotsmoe’ zijn volgens Emile Roemer de Nederlandse burgers van de marktwerking in de zorg. Diezelfde marktwerking gaat de SP daarom dan ook ‘slopen’ – en dan ‘gooien we de zorgverzekeraars eruit’.

Vocabulaire is nooit onbelangrijk, en dient bij beroepspolitici altijd een achterliggende strategie. In dit geval is die strategie er een van: intimidatie. Je hoort dit ook terug in de algehele verkiezingsleuze van de SP. Die luidt ‘Pak de macht!’ – en hoewel dit morgen zeker niet gaat lukken, geeft de dreigende ondertoon in deze formulering opnieuw een ongemakkelijk gevoel.

Onderdeel van diezelfde strategie van intimideren was ook steeds het persoonlijk stukmaken van andersdenkenden, door een consequent spel van ad hominem. Wie het niet met de SP eens is, wordt consequent neergezet als een ‘marionet’ (meestal van de zorgverzekeraars), in plaats van als iemand met gewoon een andere visie. Een extreem dieptepunt was de onvervalste poging tot karaktermoord door SP-kamerlid Ronald van Raak op zorgeconoom Michiel Verkoulen, waarvoor bij mijn weten nog steeds geen excuses zijn aangeboden.

Maar toch: ondanks al dit soort provocaties, moeten we achteraf misschien vaststellen dat nogal wat partijen en personen, waaronder ook ik zelf als blogger, zich te makkelijk en te veel hebben laten verleiden om steeds opnieuw weer met repliek te komen. En dat hierdoor de SP belangrijker is gemaakt dan die in werkelijkheid is. Maar dit is wijsheid achteraf.

Het échte front voor verbetering en vernieuwing van zorg ligt aan de aanbodkant

En gelukkig is het morgen woensdag, en is de kans reëel dat hierna een periode aanbreekt waarin we ineens veel minder van de SP gaan horen – inclusief veel minder over dat Nationaal ZorgFonds, als mislukt speerpunt in een campagne die grote zetelwinst had moeten opleveren. Zodat een onaangename periode kan worden afgesloten, en we een schone en nieuwe bladzijde kunnen openslaan: voor het echte discours dat onze zorg en ons stelsel verdienen.

Welke kant dit dan moet uitgaan, wil ik hier al wel in drie hoofdlijnen verklappen. Minder geobsedeerdheid met de rol van alleen de zorgverzekeraars. Nog meer aandacht voor langdurige zorg (waar die verzekeraars ook een minder centrale speler zijn). En over de hele linie van onze zorg: niet langer alleen maar kijken naar wat er aan de vraagzijde gebeurt, met onderwerpen zoals dat tot buitenproportionele belangrijkheid opgeblazen eigen risico; en veel meer focus op het échte front voor verbetering en vernieuwing van zorg – en dat ligt: aan de aanbodkant.

Delen