‘t Hooge Nest

favoriete pil / ‘Van Iperen heeft onvoorstelbaar lijden invoelbaar weten te maken’

Marnix van der Leest (Hilversum, 1977) is huisarts. Zijn favoriete pil: ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen.

“Ik had al veel over de verschrikkingen van de holocaust gelezen, maar toch was ’t Hooge Nest een verpletterende leeservaring”, vertelt huisarts Marnix van der Leest uit Amersfoort. “Roxane van Iperen heeft onvoorstelbaar lijden invoelbaar weten te maken, met toch ook een hoopvolle boodschap over de ongelooflijke veerkracht van de mens.”

Het boek vertelt de geschiedenis van de joodse zussen Janny en Lien Brilleslijper die actief zijn in het verzet. Ze duiken onder in een villa in de bossen bij Blaricum, ’t Hooge Nest, dat onder hun leiding een toevluchtsoord voor veel meer joodse onderduikers wordt. “Dat eerste deel is heel bijzonder van sfeer: die bijna idyllische plek in de bossen, terwijl je voortdurend de dreiging voelt van ontdekking”, zegt Van der Leest.

Het gaat lang goed, maar in de zomer van 1944 pakken de nazi’s alle onderduikers op nadat het adres verraden is. Ze belanden via Westerbork in Auschwitz. “De reis daarnaartoe en het leven in dat kamp beschrijft Van Iperen heel beeldend, je zit als lezer dicht op de gebeurtenissen, zo indringend dat je dit boek beter niet voor het slapengaan kunt lezen.”

‘Van Iperen heeft onvoorstelbaar lijden invoelbaar weten te maken’

Een passage over vrouwen die in Auschwitz broos en kwetsbaar uit hun barak worden gedreven, raakte Van der Leest diep: “Ze beginnen het Jiddische verzetslied Zog nit keynmol, az du geyst dem letstn veg’ (Zeg nooit dat je de laatste weg neemt) te zingen. Dat mensen in zulke uitzichtloze situaties nog de kracht kunnen opbrengen om hun stem te verheffen, heeft me tot tranen toe geroerd. Mede omdat ik dat lied zelf ook vaak heb gespeeld en gezongen met het Jiddische muziektrio waarmee ik optreed.”

Van der Leest heeft in zijn huisartspraktijk ook enkele joodse oorlogsslachtoffers van hoge leeftijd. “De impact op hun levens is nog steeds groot en het is indrukwekkend hoe ze na de oorlog hun leven weer hebben weten op te bouwen.” Hij krijgt in zijn spreekkamer ook oorlogsvluchtelingen die familieleden vermoord hebben zien worden. “In de gesprekken die ik als dokter met zulke getraumatiseerde patiënten heb, kan ik de diepte van hun leed niet doorvoelen. Mijn taak is ook in de eerste plaats de behandeling van hun klachten, al heb ik oog voor hun persoonlijke geschiedenis. De kracht van goede literatuur is dat die je de rust en ademruimte geeft om meer inzicht te krijgen in wat anders grotendeels verborgen blijft.”

Delen