Tegemoetkoming medewerker met geldzorgen

Om werknemers te compenseren voor de toegenomen kosten voor levensonderhoud zijn verschillende cao’s in de zorg aangepast. Daarnaast hebben werkgevers meer ruimte om hun medewerkers onbelast te vergoeden.

De lage en middeninkomens worden, uiteraard, het hardst getroffen door de stijgende energieprijzen en de aanhoudende inflatie. Acht op de tien zorg- en welzijnsmedewerkers maken zich zorgen over hun financiële situatie, zo bleek in november uit een onderzoek van ledenorganisatie PGGM&CO en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW).

Rondkomen

Hun grootste zorg is of het nog wel lukt om rond te komen van het salaris. Om deze groep tegemoet te komen, heeft het kabinet diverse maatregelen genomen. Zoals het verhogen van het wettelijk minimumloon per 1 januari, van € 1.756,20 naar €1.934,40 bruto per maand. “Deze verhoging werkt door in alle aan het minimumloon gekoppelde regelingen”, legt VvAA’s werkgeversadviseur Jean-Paul van Bemmel uit. “Zo hebben ook ontvangers van een bovenminimale uitkering, bijvoorbeeld een loongerelateerde uitkering voor ziekte of werkloosheid, baat bij het hogere minimumloon.”

Door deze verhoging moesten cao-partijen in de VVT-sector in december tussentijds de cao wijzigen; er zijn salaristabellen aangepast en er is een nieuwe salaristabel opgenomen. Ook voor werknemers in de huisartsenzorg is de loonparagraaf in de lopende cao aangepast.

Salarisverhoging huisartsenzorg

De lonen in de Cao huisartsenzorg zijn met ingang van 1 januari 2023 verhoogd met 4,35 procent in plaats van met 2,6 procent per 1 mei 2023, zoals eerder afgesproken was. Daarnaast is de eindejaarsuitkering in 2023 met 0,83 procent verhoogd. Voor praktijkhouders en andere werkgevers in de zorg leiden deze cao-aanpassingen direct tot fors hogere personeelskosten, maar de loonstijgingen zijn in de NZa-tarieven verwerkt.

Onbelast vergoeden

Naast de (verplichte) salarisverhogingen hebben werkgevers in 2023 meer ruimte om werknemers onbelast te vergoeden. Zo is de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer gegaan, en is de vrije ruimte van de Werkkostenregeling (WKR) tijdelijk verhoogd van 1,7 naar 3 procent over de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom.

“Onder deze vrije ruimte valt alles wat de werkgever buiten het salaris geeft en waar een privévoordeel voor de werknemer aan vastzit, zoals een bonus”, zegt Van Bemmel. “Met deze verruiming zijn werkgevers flexibeler om werknemers tegemoet te komen in de hogere kosten voor levensonderhoud. Let wel op: boven de vier ton blijft de vrije ruimte 1,18 procent. En bij overschrijding van de vrije ruimte betaalt een werkgever 80 procent eindheffing.”

Delen