Telefoontje van specialist B
‘Bovengenoemde patiënt zag ik op 11-3-2024 ter controle op de polikliniek A*.’ Zo staat het letterlijk in een brief van twee kantjes boordevol medische informatie die specialist B naar mijn huisarts heeft gestuurd. Want die ‘bovengenoemde patiënt’ ben ík. Ik ben echter helemaal niet ‘op 11-3-2024 ter controle op de polikliniek A’ verschenen. Dat verklaart waarom in de brief niets wordt geschreven over lichamelijk onderzoek. Op de betreffende dag ben ik echter wel door specialist B gebeld. Dat was in het kader van de jaarlijkse controle.
Gedurende een kwart eeuw ben ik bij vijf specialisten onder behandeling (geweest). Daarom durf ik als ervaringsdeskundige te stellen dat het aantal controles bij een specialist op de eerste plaats is gekoppeld aan het financieringssysteem en niet aan de ernst van de aandoening. Voor een bepaalde aandoening werd ik vier keer per jaar gezien en telkens werd de noodzaak van deze controles beklemtoond. Na de introductie van de marktwerking werd dat aantal echter plots gereduceerd tot eenmaal per jaar.
De genoemde verbetering van ‘het systeem’ betreft louter de financiering en niet de kwaliteit van de zorg
Op 28 januari 2020 schreef Koen Kuijper in Zorgwijzer: ‘Sinds de invoering van de marktwerking in de zorg in 2006 is het systeem verbeterd en is onze zorg goedkoper geworden. Door toenemende concurrentie besparen verzekeraars gemiddeld zo’n 800 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB). (…) De uitkomsten in het onderzoek zeggen niets over de kwaliteit van zorg.’ De genoemde verbetering van ‘het systeem’ betreft dus louter de financiering en niet de kwaliteit van de zorg.
Een genuanceerder beeld geeft het boek ‘The market reform in Dutch health care: Results, lessons and prospects’ van de hoogleraren Patrick Jeurissen (Radboudumc) en Hans Maare (Universiteit Maastricht). Zij melden dat het nieuwe systeem zich vooral focust op patiënten met één aandoening. De complexe zorg voor ouderen met meerdere aandoeningen is veel duurder. Jeurissen concludeert verder: ‘Er is wel geliberaliseerd, maar bij zorgaanbieders vind ik dat er zeker geen sprake is van marktwerking; zij beconcurreren elkaar niet hard. Bij zorgverzekeraars is wel sprake van enige marktwerking, aangezien zij elkaar onder meer beconcurreren op de premie.’
Was dat overleg er wél geweest, dan werd de zorg voor deze mensen niet alleen goedkoper maar ook beter
Ik ken heel wat mensen (niet alleen ouderen!) met meerdere aandoeningen die complexe en dus dure zorg nodig hebben. Een paar van hen zijn inmiddels overleden. Ik durf met vrij grote zekerheid te stellen dat zij onnodig extra hebben geleden door gebrek aan overleg tussen de behandelaars. Wanneer dat overleg er wél was geweest, dan was de zorg voor deze mensen niet alleen goedkoper maar ook beter geweest. Wat betreft ouderen durf ik eveneens te stellen, dat zij lang niet altijd de benodigde zorg krijgen en ook daardoor onnodig extra lijden. Te gemakkelijk wordt zorg afgeschoven op niet-medici. Een andere oorzaak is dat steeds vaker noodzakelijke consulten worden gereduceerd tot telefoontjes.
Er worden twee voordelen van (beeld)bellen genoemd: 1) de patiënt hoeft niet naar het ziekenhuis te gaan, en 2) het levert de specialist tijdwinst op. Juist bij complexe problemen, waarbij overleg tussen behandelaars verplicht zou moeten zijn, is de gang naar het ziekenhuis misschien lastig maar wel noodzakelijk: op afstand kun je patiënten niet onderzoeken. Ik herinner mij nog goed het telefoongesprek met specialist A. Het ging gelukkig goed met mij. Toch hebben we zeker een kwartier met elkaar over van alles gesproken. Heel gezellig, maar van tijdsdruk was geen sprake.
Naschrift
De kosten van dit telefoontje vallen met de beoordeling van een elders gemaakte Holter onder een behandeltraject van 90 dagen, waarvoor € 230,24 in rekening is gebracht. Voor de kosten maakt het niet uit of ik daadwerkelijk was gezien door specialist B of wanneer het louter om een telefoontje zou gaan.
* Vanwege de privacy is de datum veranderd en wordt de naam van de specialist niet genoemd