The Principle of Charity

Wel, we zijn een weekje verder en boy, that escalated quickly! Ik wilde een vervolgblog schrijven naar aanleiding van de aanvullende informatie over de Menzis/ggz-plannen met betrekking tot uitkomstenbekostiging, maar werd telkens links en rechts ingehaald. We weten inmiddels een hoop meer, maar de onenigheid is er niet minder om. Piet-Hein Peeters vroeg op twitter hoe dat toch kan, dat de meningen zó ver uiteen liggen. De behoefte aan wat rust en enige overeenstemming groeit. Ik denk dat de filosofie hier wel behulpzaam kan zijn. Wittgenstein schreef in de Philosophical Investigations al over filosofie als therapie, waarmee hij doelde op de verlichting die het ophelderen van taalgebonden misbegrip en drogredeneringen oplevert.

Allereerst kunnen we iets aan de grondhouding doen. Een belangrijke voor deze discussie lijkt mij de zogenoemde ‘Principle of Charity’: interpreteer de argumenten van de ander op de meest accurate, objectieve, en rationale wijze, geef ze zo goed en krachtig mogelijk weer. Doe het beknopt, en zorg dat je de structuur van het argument goed weergeeft. Vermijd zo veel mogelijk retoriek en drogredenen. Beoordeel logisch de kwaliteit van de argumentatie. Is die valide? Zitten er drogredeneringen in? Worden feiten en meningen goed gescheiden?

Interpreteer de argumenten van de ander op de meest accurate, objectieve, en rationale wijze, geef ze zo goed en krachtig mogelijk weer

U kunt hier thuis mee oefenen. Om dat op te leuken, een prijsvraag! Kies een blog over het Menzis/ggz-voorstel, en neem die op de voorafgaande wijze onder de loep. Beschrijf dat in je reactie onder deze blog. De jury, bestaande uit een psychiater, een filosoof, en een Schot, zal de inzendingen beoordelen en de winnaar krijgt een gratis etentje met auteur dezes om eens goed door te praten over de toestand in de wereld van de GGZ. Ondertussen wil ik hier op het waardenaspect focussen.

Het is nuttig bij discussies rond de zorg te identificeren waar waarden in het geding zijn, omdat die de grond en de richting van het argument kunnen bepalen, maar ook aanleiding kunnen geven tot boosheid en frustratie: ‘Zie je dan niet hoe belangrijk dit is?’ Een probleem bij waarden is dat we ze niet altijd herkennen en dat we soms aannemen dat de ander wel dezelfde prioriteiten zal hebben als wijzelf. Waarden in cursief:

Laten we beginnen met de ‘methodologische’ kritiek van de groep ‘bezorgde professionals en cliënten, die focust vooral op (de gevolgen van) gebrek aan validiteit en tekortkomingen in de methodologie. Van Os verwoordt het helder in zijn blog. De focus ligt hier op de gevolgen voor de kwaliteit van zorg, maar -indirect- ook op doelmatigheid, immers als professionals tijd verdoen met besprekingen en verbeterplannen op grond van invalide cijfers, is dat zonde van de tijd en het geld, die gezien de stijgende zorgkosten beter aan andere dingen besteed kunnen worden. Ook toegankelijkheid van zorg wordt benoemd.  Dat laatste wordt overigens vaak niet expliciet vermeld. In de waardenhiërarchie lijkt kwaliteit van zorg voorop te staan, naast antireductionisme: behoud de heelheid en complexiteit van de (depressieve) ervaring.

Dan de ‘kritische voorstanders’ van het plan, zoals bijv. zorgeconoom Michiel Verkoulen. Die stelt dat er een lang bestaande wens is bij de overheid om te komen tot a) meer zicht op resultaten van de zorg, gekoppeld aan betaling en b) een betere wetenschappelijke grondslag voor de ggz. Hij benadrukt dat de maatschappelijke kosten van de GGZ, zowel in lijden als in economische zin, groot zijn en andere overheidsuitgaven verdringen. Hij onderstreept dat het gevoel van urgentie voor het probleem moet worden beseft, en impliceert dat die er onvoldoende is. Dus: laten we het plan kritisch volgen, maar wel uitvoeren.

Dit argument stoelt op de prioritering van kostenbeheersing. Het is van de vorm: als je huis in de fik staat, moet je niet te kritisch zijn op de kleur van de emmer waarmee je het water dooft. Get moving! Met dit beroep op urgentie poogt dit argument de methodologische kritiek te relativeren.

Dan twee argumenten die vallen onder ‘slechte motieven’. Sommige critici van het plan verwijten verzekeraars (opvallend vaker dan de deelnemende GGZ-instellingen) dat ze op de stoel van de behandelaar willen gaan zitten, alleen op geld belust zijn en niet om de cliënt geven, onverantwoorde risico’s nemen met mensenlevens, en geen respect hebben voor ‘het vak’. Anderzijds verwijten sommige voorstanders van het plan psychiaters (opvallend vaker dan kritische psychologen, cliënten, of economen) dat ze dit alleen doen vanuit de wens tot behoud van hun machtige positie. Dit zijn allen drogredenen van het ad hominem type, in gewoon Nederlands: jij-bakken. Het kunnen ook aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van waarden, die met macht (autonomie, vrijheid) te maken hebben: de spreker zou weleens zelf een gebrek aan macht en invloed ten aanzien van de zorg kunnen ervaren.

Het niet (h)erkennen van de waardeprioritering van de ander, heeft tot gevolg dat argumenten van anderen voor een deel genegeerd worden

Op meer constructieve wijze spelen macht en invloed een rol bij de reactie van MIND, het landelijke cliënten/familieplatform voor de ggz. MIND is al jaren consistent voorstander van uitkomstenmeting als opstap tot transparantie over uitkomsten, met als doel dat cliënten meer en betere (keuze)informatie hebben (en daarmee meer zeggenschap/autonomie dus, om voor kwaliteit te kunnen kiezen). Hun zorg: risicoselectie, wat gaat over de toegankelijkheid van zorg. In hun reactie wordt de methodologische kritiek niet genoemd. Opvallend ook is de kritiek dat MIND niet betrokken is in de planning. Dit wijst op prioritering van waarden als autonomie en invloed.

Wat valt nu op? Als we even de kwaliteit sec van de argumenten daarlaten, dan zien we dat er duidelijke verschillen in de waardenprioritering van de deelnemers naar voren komen. Het niet (h)erkennen daarvan heeft tot gevolg dat argumenten van anderen voor een deel genegeerd worden. Men spreekt, zo zeggen mijn landgenoten, at cross purposes. Mensen hebben een neiging boos te worden als ze zich genegeerd voelen, en gaan dan escaleren in hun communicatie.

Wat zou dus kunnen helpen? Welnu, beter rekening houden met de waardenprioriteit van de ander, die erkennen, en daarin meedenken. Dus, critici, kom met een antwoord dat gaat over kostenbeheersing, en over de wijze waarop cliënten meer inzicht en grip krijgen op de aangeboden kwaliteit van zorg. Voorstanders, laat zien hoe je professionals kunt geruststellen op het gebied van hun methodologische kritiek. Jij-bakkers: praat wat meer over je eigen bronnen van machteloosheid. Tenslotte, voor iedereen: erken wanneer de ander wél ingaat op jouw behoefte. Bijvoorbeeld: hier is te lezen dat Denys wel degelijk een voorstel doet over kostenbeheersing. De Principle of Charity zegt dan dat een ‘let op de uitgavengroei’ argument dat zou moeten erkennen, en daarop in zou moeten gaan: is dat een goed alternatief? Waarom wel/niet? Dus het stuk van Groot en vd Brink is een voorbeeld van hoe het niet moet.

Succes! Overigens komt de werkgroep GGZ van Ontregel de Zorg binnenkort met een voorstel waarin tegemoet gekomen wordt aan bovenstaande diverse waarden. Watch this space!

PS Voor diegenen die een etentje met de auteur beschouwen als een vorm van foltering is de optie boekenbon ook beschikbaar.
PPS Ook filosofische therapie is afhankelijk van de motivatie van betrokkenen om samen verder te komen.

Delen