Tijd voor een nieuw geluid

NVZ-voorzitter Ad Melkert herhaalt nog maar eens dat de ziekenhuizen ‘natuurlijk’ nog steeds de ambities van het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg omarmen. Maar die belofte begint zo langzamerhand uit zijn mond wel erg sleets te klinken. De rest van zijn boodschap getuigt er niet van dat hij het werkelijk meent.

Melkert neemt een voorschot op 2021 door nu al te stellen dat het budgettair kader voor dat jaar niet toereikend zal zijn. Het moet structureel met zeshonderd miljoen euro worden verhoogd, stelt hij. Een boodschap die niet op feiten gestoeld is, maar op de aanname dat het door de coronacrisis ontstane ‘stuwmeer aan uitgestelde reguliere zorg’ mogelijk 5 procent van de reguliere zorg bedraagt. De woorden ‘structureel’ en ‘mogelijk’ verhouden zich ongemakkelijk tot elkaar.

‘De woorden ‘structureel’ en ‘mogelijk’ verhouden zich ongemakkelijk tot elkaar’

Melkert werpt ook nog maar eens op het ‘onvermijdelijk’ te vinden dat het kabinet extra geld voor de loonontwikkeling in de ziekenhuiszorg beschikbaar stelt. Hij hoort toch heel goed te weten dat hij hier niet op hoeft te rekenen, want het kabinet heeft recent nog laten weten dat hier absoluut geen sprake van kan zijn.

Het arbeidsmarktprobleem wordt dan niet opgelost, stelt Melkert. “Ziekenhuizen hebben nu al een personeelstekort.” Dat is ook zo, maar het is zeer de vraag of geld gaat helpen om dit op te lossen. Afgezien daarvan mag de vraag worden gesteld in hoeverre investeren in meer ziekenhuiszorg als de zorgvraag toeneemt überhaupt de juiste reflex is. Investeren in preventie, in samenwerking tussen zorg en sociaal domein en in vroegtijdig ingrijpen in de eerste lijn om ziekenhuisopname te voorkomen is veel logischer. De hoofdlijnenakkoorden volgen dus.

Delen