Tofste stad van België

Vergeet Antwerpen, ga naar Gent! In dé studentenstad van België is het altijd feest en de binnenstad lijkt wel een sprookje. Bovendien ben je er zo met bus of trein.

Tekst en beeld: Bas van Oort

“Eigenlijk zou je om vijf uur in de ochtend met een flink bezopen kop moeten gaan eten bij snackbar ’t Hoekske. Dat is pas echt Gents. En dan mosselen bestellen.” Aan het woord is Michel Vandenborre, die zijn hele studententijd in Gent heeft doorgebracht. Hij kent de stad dan ook maar al te goed. “Maar er zijn ook opties die minder extreem zijn, hoor”, lacht hij vervolgens. “Dus laat je niet afschrikken.”

Veel van die andere opties zijn te vinden in Oudburg, een straat net buiten de looproute van de meeste toeristen en tóch op een paar minuten van het centrum. Cocktailbar Jigger’s bijvoorbeeld, of The Drifter, waar ze een piratenschip vol rum voor je neus zetten, brandend en al, en begeleid door themamuziek waar je bang van wordt. Helemaal aan het eind van de straat, op de hoek met de Sluizekenstraat, vind je nog twee absolute hotspots: Simon Says, goed voor koffie, lunch of zelfs een overnachting, en schuin ertegenover Uncle Babe’s Burger Bar, goed voor cocktails, een uitgebreide selectie Amerikaanse bieren of – verrassing –overheerlijke burgers.

Onmisbaar tijdens een bezoek aan Gent: frituur bij Filip

De overdaad aan gezellige kroegjes en hippe bars is een van de voornaamste redenen om naar Gent te gaan, maar ook de stad zelf stelt niet teleur. Kom je over de Sint-Michielshelling aangelopen, dan moet je je Harry Potter wanen toen hij op z’n bezemsteel richting Hogwarts vloog. Wat je ziet, is een verzameling middeleeuwse torens en gevels, goud oplichtend in de zon. De binnenstad van Gent is van ongekende schoonheid. Het best bewonder je die vanaf de Sint-Michielsbrug. Je ziet dan de Sint-Niklaaskerk, het Belfort, het oude postkantoor en hebt mooi zicht op de middeleeuwse panden aan de oevers van de rivier de Leie. Prachtige pakhuizen, ’s avonds verlicht en weerspiegeld in het water, met daarachter ook nog eens de vlaggen van Het Gravensteen, de burcht met een geschiedenis die helemaal teruggaat tot aan de 9de eeuw. Gent lijkt ineens een plek voor ridders en prinsessen, voor edelmannen en jonkvrouwen.

Frietjes van Filip

Minstens zo klassiek in Vlaanderen is friet. Onmisbaar tijdens een bezoek aan Gent: frietjes van Filip. Frituur bij Filip, heet het frietkot officieel, en dat kot zit een tikkeltje verscholen tegen de gevel van het Vleeshuis op de Groentenmarkt. Maar heb je het eenmaal gevonden, dan is het raak. Filip zelf is onverstaanbaar, maar met een lieve blik in z’n ogen zet hij de frieten voor je neus. Omstanders verkondigen smullend en knoeiend dat er geen betere frieten in Gent te krijgen zijn dan hier. Te veel zout, te veel saus, maar op welk tijdstip van de dag je er ook bent: precies wat je op dat moment nodig hebt.

Belgisch bier

Wat er de rest van de avond op je wacht? Een ongekende hoeveelheid kroegjes en cafés. ’t Galgenhuisje bijvoorbeeld, het kleinste café van de stad. Of de Dulle Griet, waar je je schoen moet inleveren voordat je bier kunt drinken uit een ouderwets koetsiersglas. Eén kroeg mag je sowieso niet overslaan. Zeg je Gent, dan zeg je Charlatan; het epicentrum van het Gentse nachtleven, zes dagen in de week tot in de vroege uurtjes open. Pas alleen een beetje op, want voordat je het weet, sta je toch om vijf uur in de ochtend met een flink bezopen kop bij snackbar ’t Hoekske. Met een bord mosselen.