Tuchtcollege oordeelt over aanraken patiënt

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle heeft onlangs een klacht van een patiënt over grensoverschrijdend gedrag van een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige ongegrond verklaard.

Tekst: Katrijn van Berkum en Timo van Oosterhout

De verpleegkundige in kwestie was als coördinerend behandelaar betrokken bij de behandeling van de patiënt. Haar klacht: de verpleegkundige zou haar hebben aangeraakt, ondanks dat hij zou hebben geweten van haar achtergrond (mishandeling) en ondanks dat zij eerder zou hebben aangegeven niet
aangeraakt te willen worden.

Op 18 februari 2020 was de patiënt zeer overstuur, terwijl zij aan het wachten was op de verpleegkundige. Toen de verpleegkundige haar zag, ging hij – volgens klaagster – voor haar staan en pakte hij haar met twee handen vast. De verpleegkundige erkent tegenover het regionaal tuchtcollege dat hij de patiënt heeft aangeraakt, maar slechts kort bij haar schouder. Bovendien, zo geeft hij aan, wist hij niet dat zij aanrakingen niet (langer) op prijs stelde. Bij eerdere gesprekken had hij haar met enige regelmaat een troostend bedoeld schouderklopje gegeven bij het weggaan. Had de verpleegkundige geweten dat zij aanrakingen niet (langer) op prijs stelde, dan had hij dit zeker gerespecteerd.

In deze casus overweegt het tuchtcollege het volgende: hoewel aanrakingen in zijn algemeenheid met de nodige terughoudendheid moeten plaatsvinden, is een korte goedbedoelde aanraking op niet intieme plekken normaal gesproken niet grensoverschrijdend. Dit geldt ook voor situaties waarin een patiënt overstuur en/of in paniek wordt aangetroffen in de wachtkamer. Ook een mishandeling in het verleden maakt niet dat zo’n aanraking om die reden altijd als onzorgvuldig kan worden beschouwd. Anderzijds, zo geeft het tuchtcollege aan, kunnen er wel bijzondere omstandigheden zijn die met zich meebrengen dat het aanraken van een patiënt, hoe goedbedoeld ook, toch onzorgvuldig is.

Met goede bedoelingen

In deze kwestie kan het tuchtcollege niet vaststellen of hiervan sprake is geweest, omdat de feiten niet vaststaan. De klaagster en de verpleegkundige verschillen immers van mening over wat er precies heeft
plaatsgevonden. Daar komt nog bij dat het dossier van klaagster op haar verzoek is verwijderd. Het tuchtcollege kan dus niet vaststellen wat er precies is gezegd en gebeurd. Daarom luidt het oordeel dat voor nu slechts kan worden vastgesteld dat de verpleegkundige klaagster kort en met goede bedoelingen heeft aangeraakt toen zij overstuur was. Omdat dit tuchtrechtelijk niet verwijtbaar is, verklaart het tuchtcollege de klacht kennelijk ongegrond.

Deze uitspraak is terug te lezen op tuchtrecht.overheid.nl.

Delen