Twaalf procent besparing

Patiënten van huisartsen die reguliere en aanvullende zorg combineren, maken beduidend minder zorgkosten voor de basisverzekering, blijkt uit onderzoek. Een opvallende uitkomst met, volgens de onderzoekers, vier mogelijke verklaringen.

Tekst: Anton van Tuyl | Beeld: Corbis

 

Een paar procent van de Nederlandse huisartsen werkt complementair. Deze huisartsen hebben zich naast hun reguliere huisartsenopleiding geschoold in aanvullende geneeswijzen, zoals acupunctuur, antroposofische geneeskunde of homeopathie. Patiënten van complementaire huisartsen maken jaarlijks 225 euro minder kosten voor de basisverzekering dan patiënten van reguliere huisartsen. Dat is een besparing van ruim 12 procent.

Het verschil zit vooral in kosten voor farmacie en ziekenhuiszorg. Daar staat tegenover dat hun door de aanvullende verzekering gedekte kosten per jaar 33 euro hoger zijn. Per saldo maken patiënten van complementaire huisartsen dus jaarlijks 192 euro minder zorgverzekeringskosten. Dat blijkt uit in februari gepubliceerd onderzoek van Peter Kooreman, hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, en Erik Baars, lector aan de Hogeschool Leiden en senior onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut.

Lees verder (pdf).

06-2014p022-023

Delen