Uit de oude doos L

VvAA gaat richting 125.000 leden. Bij de oprichting in 1924 waren dat er nog geen 1000. In 1954 werd het 6000ste lid verwelkomd. De kinderarts in kwestie ontving een attentie en stuurde een enthousiast tekstje naar zijn nieuwe verenigingsblad.

Niet eerder was hij zo fortuinlijk schrijft hij. ‘Winnen in loterijen en geluk bij het spel, met kaarten of roulette liggen geheel buiten mijn ervaringshorizon. Evenals het juist voorspellen van het eerstaankomende paard bij wedrennen of het overwinnende elftal bij het voetballen.’

De arts zegt zich erbij te hebben neergelegd dat hij ‘niet in zijn onderhoud zal kunnen voorzien door prijzen in de Staatsloterij te winnen.’ Hij moet het hebben van ‘arbeid, vlijt en volharden’.

‘Werktuigelijk’, doet de kinderarts al het nodige dat behoort bij het uitoefenen van zijn beroep’. Daartoe rekent hij ook (volkomen terecht, red.) de aanmelding als lid van ‘de V.v.A.A’.

En met die aanmelding ‘begon het geluk uit een lange sluimer te ontwaken’. De arts ontvangt namelijk een brief van de Verenigingsvoorzitter met de mededeling’, dat hij als 6000ste lid is toegetreden’. De gelukkige krijgt ‘daarvoor een mooi bewerkte zilveren cigarettendoos.’ Wat hem betreft is het ‘een prijs in een ongeweten loterij’.

Wanneer we het 125.000ste VvAA- lid mogen verwelkomen weten we niet. De gelukkige zal een leuke attentie ontvangen. We verklappen niet wat, maar het is geen cigarettendoos.

Delen