Uitlaatklep – Beachvolleybal

In ‘Uitlaatklep’ vertellen collega’s op welke (bijzondere) manier zij even stoom afblazen en loskomen van de hectiek van alledag. In deze aflevering: Mascha Kamphuis, arts M&G/jeugdarts KNMG en medisch directeur bij het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK).

Tekst: Martijn Reinink Beeld: De Beeldredaktie/Lex van Lieshout

Van mei tot september werkt Mascha Kamphuis (49) zich elke woensdagavond in het zweet op het Scheveningse strand, op de velden rondom The Hague Beach Stadium. De arts Maatschappij & Gezondheid doet aan beachvolleybal. “Echt een heerlijke sport”, zegt ze. “Fysiek zwaar, tactisch, technisch. Het vergt concentratie en communicatie. Én het is heel gezellig. Met muziek op de achtergrond, een restaurantje vlakbij en soms staat er ineens publiek langs de kant; strandwandelaars die spontaan komen kijken.”

Gedurende de zomer organiseert de Nederlandse Volleybal Bond een officiële beachvolleybalcompetitie langs de kust. Jarenlang speelde Kamphuis elk weekend, met haar vaste maatje. Vorig zomer hebben ze wat minder toernooien bezocht en dit jaar overwegen ze voor het eerst deel te nemen aan het wat meer recreatieve circuit. “Naarmate je ouder wordt, wordt het zwaarder en krijg je wat last van pijntjes.” Maar ze wil de sport nog lang niet missen. 

‘Elke training voelt een beetje als vakantie’

Op haar tiende begon Kamphuis met volleyballen in de zaal. Via haar partner kwam ze meer dan twintig jaar geleden in aanraking met de variant op het strand. Vervolgens combineerde ze beide, maar de laatste acht jaar speelt ze alleen nog beachvolleybal. “In de zaal, met zes tegen zes, kan het best zijn dat je de bal een tijdje niet krijgt. Met twee tegen twee ben je continu bezig. De rally’s zijn korter dan in de zaal, maar áls je een keer een bal haalt, omdat je snel bent of iets doorziet, is de kick des te groter.” 

Bovendien is het tegenwoordig mogelijk in de winter te blijven beachvolleyballen. “Het is echt een all-year-sport geworden. Je kunt in de wintermaanden in verwarmde binnenhallen op zand trainen en wedstrijden spelen.” Al staat Kamphuis toch het liefst op het strand. “Buiten is het lekkerst. Een duik in zee als het warm is of lachen om gekke capriolen bij windkracht 6; elke training voelt een beetje als vakantie.” 

Delen