Uitlaatklep – Jumping fitness

In ‘Uitlaatklep’ vertellen collega’s op welke manier zij even stoom afblazen en loskomen van de hectiek van alledag. In deze aflevering: ergotherapeut Edith Zomerdijk, praktijkhouder in Limmen. 

Tekst: Martijn Reinink Beeld: De Beeldredaktie/Marco Okhuizen

‘Écht wat voor jou’, beweerde een vriendin die lesgaf in ‘jumping fitness’, maar Edith Zomerdijk (29) deed al aan yoga en fitness. Een uur lang trampolinespringen in een groep, opgezweept door muziek, nee, dat zag de ergotherapeut zichzelf nou niet direct doen, maar ze wilde het wel een keer proberen. “Ik was na afloop he-le-maal kapot, maar vond het fantastisch. Door te springen maak ik veel gelukshormonen aan. Ik word er zó blij van.” 

Zoals Zomerdijk overgehaald werd door een vriendin, haalde de ergotherapeut op haar beurt weer twee andere vriendinnen over om te gaan ‘jumpen’. “We doen nu twee avonden in de week met z’n drieën mee aan een groepsles, dus het is ook een sociale activiteit geworden.” Al is er tijdens het springen geen tijd om te socializen. “Het is erg intensief. Je gebruikt allerlei spieren, door de verschillende sprongen en pasjes, maar je moet ook continu je buikspieren aanspannen om laag te blijven. Toch leidt dat alles wonderlijk genoeg nooit tot spierpijn.” Wel moeten ze na elk nummer even van de trampoline afstappen. “Een minuutje, even bijkomen, een slokje water, een grapje, maar het is vooral omdat je anders zeebenen krijgt.”

Ergotherapeut Edith Zomerdijk: ‘Tijdens het jumpen ben ik alles kwijt’

Toen sportscholen vanwege de coronamaatregelen de deuren gesloten moesten houden, mochten Zomerdijk en co een trampoline huren, zodat ze thuis via een beeldscherm de les konden volgen. “Dat was in het begin wel lekker, maar in de groep steek je elkaar aan, ben je net wat fanatieker, dat miste ik toch. Gelukkig heb ik op de praktijk ruimte genoeg: we hebben met de vriendinnen de trampolines daar neergezet en samen gesprongen én lol gehad.” Al is de ergotherapeut blij dat ze nu na een werkdag weer met de hele groep in de sportschool kan losgaan. “Mijn hoofd staat meestal aan, helemaal als ik heb gewerkt, dan zoemt vaak nog wel een casus na, maar als ik jump, ben ik alles kwijt.” 

Delen