Uitlaatklep: stofferen

In ‘Uitlaatklep’ vertellen collega’s op welke manier zij even stoom afblazen en loskomen van de hectiek van alledag. In deze aflevering: huisarts Lisette van de Weg, praktijkhouder in Apeldoorn.

Tekst: Martijn Reinink | De Beeldredaktie/Gerlinde Schrijvert

Haar oma leerde haar naaien toen ze nog kind was. En hoewel Lisette van de Weg (62) geen coupeuse maar huisarts werd, heeft ze altijd af niteit met het ambacht gehouden. In de jaren dat ze op het toneel stond, maakte ze zelf kleding voor de acteurs. Ze heeft trouwens ook aan cabaret gedaan, gezongen en geschilderd.

“In mijn werk gebruik ik vooral mijn linkerhersenhelft, daarbuiten stimuleer ik graag de creatieve rechterkant.” Zo’n vijf jaar geleden kwam de huisarts op het idee om oude, versleten stoelen opnieuw te gaan bekleden. “Ik heb een meubelbekleder in Apeldoorn gevraagd of zij cursussen gaf. Dat deed ze niet, door mij is ze daarmee begonnen. Inmiddels zijn we met z’n vieren.”

Elke maandagavond storten de vier zich in de werkplaats van FotoVintage op een oude stoel of fauteuil. “Eerst helemaal ontmantelen en dan weer opbouwen”, zegt Van de Weg. “Maar de weg van ‘kaal tot klaar’ is een lange, vol hobbels. Vaak moet iets opnieuw of toch weer uit elkaar. Het is continu twee stappen vooruit, één achteruit. Een stoel bekleden vraagt ongelofelijk veel geduld. Eerst vond ik dat frustrerend, maar nu juist leuk. Ik ga er helemaal in op. Een les duurt drie uur, maar die tijd vliegt voorbij.”

‘Wat de meesten van hen (nog) niet weten, is dat ze in elke stoel een briefje stopt’

Soms gaat Van de Weg thuis verder met ontmantelen of dichtnaaien, maar het liefst is ze in de werkplaats bezig. “Dan zie ik om me heen dat ik niet de enige ben die ploetert”, lacht ze. “Ik vind het vooral leuk omdat ik nog steeds elke week iets nieuws leer. Hoe span je deze veer, hoe rekbaar is deze stof, hoe dik moet dit kussen? Geen stoel is gelijk, en onze juf weet altijd raad.”

De huisarts heeft een aantal stoelen uit haar praktijk opgeknapt, maar de meeste van de versleten stoelen die ze – kosteloos – onder handen neemt, zijn van familieleden of bekenden. Wat de meesten van hen (nog) niet weten, is dat ze in elke stoel een briefje stopt. “Het zijn vaak stoelen met een bijzondere waarde, omdat ze bijvoorbeeld van een grootouder zijn geweest. Dat schrijf ik op. Het lijkt me leuk voor degene die hem ooit weer opnieuw bekleedt, om iets over de geschiedenis van de stoel te lezen.”

Delen