Universeel netwerk

Dit voorjaar komen de eerste telefoons op de markt met 5G, een nieuw mobiel netwerk dat tienmaal zo snel is als zijn voorganger. Samsung, Huawei en OnePlus lanceren binnenkort hun nieuwe topmodellen. Apple volgt waarschijnlijk volgend jaar.

In Nederland kunnen we die telefoons nog niet gebruiken, omdat militairen de radiofrequenties vrij willen houden voor een afluisterstation. Maar in veel andere landen wordt het nieuwe net al aangelegd. Een tiental Duitse steden krijgt dit voorjaar 5G.

De hoge snelheid is niet de voornaamste eigenschap van 5G; ook nu kun je al Netflix kijken op je telefoon. Belangrijker zijn de verschillende soorten signalen die 5G kan verwerken. Zwakke, trage signalen van apparaten als een thermostaat, die jarenlang efficiënt op een klein batterijtje moeten werken. Stuursignalen voor robotauto’s, waarbij een paar milliseconde het verschil kan maken tussen botsen en veilig wegsturen. Lokale, breedbandige signalen waardoor je thuis video’s kunt uploaden. Het netwerk is dus soms sneller dan wat we gewend zijn, soms langzamer. Net wat nodig is. De 5G-signalen passen zich aan de behoefte aan. Kritieke communicatie tussen hulpdiensten kan met 5G voorrang krijgen boven andere signalen.

Nieuw mobiel internet tussen hype en hoop

De nieuwe techniek kan zo wifi, glasvezel, bluetooth, C2000 en nog veel meer vervangen. Bij 5G zit alles in één groot universeel netwerk. Wie dat in handen heeft, regeert het digitale deel van de samenleving. Daarom is er ook kritiek dat zo veel 5G-technologie uit China komt.

De techniek is duurder dan haar voorganger. Er zijn meer antennes nodig en slimmere elektronica bij de zenders. De invoering zal dus langzaam gaan. Het mooie is dat het veel makkelijker wordt om apparaten met elkaar te laten communiceren; auto’s met stoplichten, pacemakers met de medicijnkast, de zonnecel met de vrieskist en de elektrische fiets met de vrachtwagen die de hoek om gaat.

Delen