Van je familie moet je het hebben

Vandaag spreek ik de nicht van de heer C. Familiegesprekken voelen voor mij een beetje tegennatuurlijk. Vanaf het begin van mijn opleiding is me voorgehouden dat ik nooit zonder toestemming van mijn patiënten informatie over hun toestand met derden mag delen. Toch is dat wat ik nu doe. Op onze afdeling kan het dikwijls niet anders. Patiënten met cognitieve stoornissen zijn nu eenmaal vaak niet meer wilsbekwaam waar het op beslissingen voor hun behandeling aankomt.

In het geval van de heer C. heb ik nog weinig informatie om te delen. Hij is pas een dag eerder opgenomen, nadat hij in het somatisch ziekenhuis voor cardiale klachten werd behandeld. Daar was hij verward en gedesoriënteerd en ontstond het vermoeden dat er sprake zou kunnen zijn van geheugenproblemen. Daarom werd hij naar ons verwezen. Maar een vermoeden van dementie is nog niet voldoende voor een diagnose.

Ik hoop van zijn nicht meer informatie te krijgen over het functioneren van de heer C. vóór opname in het ziekenhuis. “Eerlijk gezegd zie ik mijn oom niet vaak”, zegt ze bij binnenkomst. “Hij is nogal zonderling. Maar ik zal mijn best doen om uw vragen te beantwoorden.”

Ze is zijn enige contactpersoon, dus ik zal het met haar kennis moeten doen. Ik ben al blij dat ze de moeite heeft genomen om te komen voor een oom die ze eigenlijk niet kent. Niet alle alleenstaande ouderen hebben zo veel geluk.

Ik besef dat ik over een paar weken opnieuw tegenover deze nicht zal zitten. Als alle tests zijn afgerond en de diagnose dementie inderdaad wordt gesteld, zal ik samen met de nicht van de heer C. bespreken hoe zijn toekomst eruit moet komen te zien. Uiteraard wordt ook de wens van de heer C. hierin meegenomen, maar als hij niet langer wilsbekwaam wordt geacht voor deze beslissing, zal háár besluit doorslaggevend zijn.

Wat een trieste gedachte dat na zestig, zeventig jaar zelfstandigheid je toekomst plots in handen kan liggen van een nichtje dat je nauwelijks kent! Wat een vreselijke ziekte!

Voor de heer C. valt het nog alleszins mee: status na delier en milde cognitieve stoornissen. Hij kan na ontslag gewoon weer naar huis, met wat extra thuiszorg om te helpen met de huishouding en het innemen van medicijnen. Zijn nichtje bedankt ons hartelijk voor de goede zorgen en vertrekt weer uit zijn leven. Tot misschien over een paar jaar.

Delen