‘Veel plannen zijn in de stoel geboren’
Zowel in zijn praktijk als erbuiten is tandarts Yusuf Findik bijzonder ondernemend. Zo heeft hij een eigen CrossFit-gym, in combinatie met een yogastudio, koffiebar en kapper.
Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Marcel Bakker
Voordat je de ‘gym’ betreedt, moet je een aantal trappen op. CrossFit Vastberaden is gevestigd boven de Albert Heijn, aan de Veemkade in Amsterdam. Eenmaal op de juiste verdieping kom je eerst in de koffiebar. Het interieur oogt huiselijk, puur en warm, met veel hout en veel planten. Oude kisten liggen vol groenten en fruit. In een hoekje wordt iemand geknipt. De klant kijkt niet in een spiegel, maar uit over de IJhaven. Mede-eigenaar en tandarts Yusuf Findik (38) zit aan een tafeltje naast de kapper. Hij is in gesprek met zijn zakenpartner en hoofdcoach Vincent Hofkes.
Wekelijks hebben ze zo’n overleg, vertelt Findik, als de coach naar de sportruimte is gegaan om een CrossFit-les te geven. “We kennen elkaar al jaren. Vincent had in Lelystad een Cross-Fit-gym en wilde graag naar Amsterdam. De sport is happening en wordt alleen maar populairder. Omdat er in dit deel van de stad nog geen CrossFit-gym bestond, bedachten we dat het kansrijk én gaaf zou zijn om zoiets te beginnen.”
Een society
Zelf volgt Findik af en toe een yogales. CrossFit doet hij twee, soms drie keer in de week. Het is een heel andere sport dan waar hij als twintiger in uitblinkt – jarenlang bokst Findik op niveau. “Totdat ik last kreeg van mijn polsen en van trillende handen. Niet echt handig voor een tandarts. CrossFit is een stuk veiliger, maar zeker zo intensief. Je gebruikt je hele lichaam, het is een combi van kracht en conditie. De meeste work-outs zijn binnen, maar soms gaan we buiten hardlopen. Of we springen hier van de kade om een stuk te zwemmen.” Wat de tandarts naast het fysieke aspect mooi vindt aan de sport, is dat CrossFitters ‘een society vormen’. “Bijna alle leden kennen elkaar. Voor het sporten drinken we samen koffie, erna nemen we een smoothie. Ook buiten de lessen doen we dingen samen, zoals een keer een schaatsclinic of een middag indoorklimmen.”
‘Ik vind wel dat we als dokters een taak hebben om, in en/of naast ons werk, een gezonde leefstijl te stimuleren’
De meesten van zijn mede-sporters weten niet dat Findik eigenaar van de sportschool is. “Het is geen geheim, maar ik loop er niet mee te koop.” Als Arts en Auto hem benadert voor een interview, neemt hij ook even bedenktijd. De reden om uiteindelijk in te gaan op het verzoek: “Misschien breng ik collega’s in de zorg op ideeën. Ik vind wel dat we als dokters een taak hebben om, in en/of naast ons werk, een gezonde leefstijl te stimuleren.”
Met oud-studiegenoot Martijn Groenink heeft Findik sinds tien jaar een eigen praktijk op IJburg, waar beide tandartsen ook wonen. In 2010 openen ze daarnaast een tandtechnisch lab en momenteel zijn ze bezig een tweede praktijk te starten in de Houthaven. “Een nieuwbouwwijk, zoals IJburg dat was toen we hier begonnen. IJburg, bestaande uit een aantal eilanden, is eigenlijk een dorp in de stad. Het is ons kent ons, je kent elkaar via de sport of via de school van de kinderen. Als ik ’s ochtends de agenda open, kijk ik niet welke behandelingen er die dag gepland staan, maar wie er langskomt. Ik praat met de meeste patiënten ook over heel andere dingen dan hun gebit. Veel plannen zijn in de stoel geboren.”
Zo is het plan voor de yogastudio ook in de praktijk ontstaan. Een gesprek met een patiënt met een achtergrond bij TNO heeft er zelfs toe geleid dat Findik en zijn compagnon de concurrentie aangaan met de farmaceutische industrie. “We zijn met een aantal mensen, die allen hun eigen expertise inbrengen, een hulpmiddel aan het ontwikkelen tegen anaerobe bacteriën en schimmels. De testresultaten zijn uitstekend, maar het heeft nog wel wat voeten in de aarde om het op de markt te brengen.”
‘In de opleiding is nauwelijks aandacht voor het starten en runnen van een praktijk’
Ondernemerszin
De ondernemerszin die de twee tandartsen hebben, missen ze vaak bij nieuwe collega’s. “In de opleiding is nauwelijks aandacht voor het starten en runnen van een praktijk”, zegt Findik. “Inkoop, verzekeringen, personeel – dat soort zaken komt bijna niet aan bod. Ook niet tijdens de stage, want die doe je binnenshuis bij ACTA, waar je een hele ochtend krijgt om een gaatje te vullen.” Om daar verandering in te brengen, hebben de eigenaren eind vorig jaar in overleg met ACTA een pilot gehouden, waarbij drie masterstudenten bij hen eenpraktijkstage deden. “Alle betrokkenen waren enthousiast. Het project krijgt, ook bij andere praktijken, een vervolg.”
Overigens houdt Findik zelf zich bijna niet meer bezig met het runnen van de praktijk. “Daar hebben we een praktijkmanager voor aangesteld. Ik werk de ene week vier en de andere week drie dagen. Dat geeft me de kans om een ochtend of middag iets met onze vier kinderen te doen, om te ondernemen én om te sporten. Door die afwisseling blijft het werk als practicus óók leuk.”
