Veerkracht? Be a fucking Johnny Cash!

Dat er van alles mis is met de zorg-die-maar-geen-markt-wil-worden, dat weten we nu wel. En ja, de moed zakt me in de schoenen als ik van de pas aangetreden directeur van GGZ Nederland lees dat we ROM “krachtig gaan door-ontwikkelen om klantervaringen en keuze-informatie inzichtelijk te maken, én om inkoopinformatie goed te verwezenlijken.” We? Ondertussen vallen door-ontwikkelde callcenterstudenten onze psychiatrische patiënten telefonisch lastig om hun ‘klantervaringen’. Maar hé, wij gaan krachtig door.
Doei.
Wanneer nemen wij, zorgprofessionals, het heft weer in handen?

Twee weken terug was ik op ons jaarlijks congres, dat dit jaar ‘veerkracht’ als thema had. Ach ja, veerkracht… NVvP-voorzitter Damiaan Denys wond er in zijn openingstoespraak geen doekjes om: psychiaters moeten hun vak in vrijheid en vertrouwen kunnen uitoefenen. In vrijheid. In vertrouwen. Wees toch eens trots! En ja, natuurlijk moeten we bescheiden zijn, het succes van een psychiater is immers te wijten aan het gebrek aan succes van de patiënt. Maar je mag ook ergens voor staan, hoor, psychiater. In a world of Justin Biebers, be a fucking Johnny Cash!

Verkwikt ging ik vervolgens naar de discussiegroep ‘Veerkrachtige psychiaters anno 2017: hoe houd je patiënt, manager, zorgverzekeraar, maar vooral jezelf tevreden?’ Tevreden? De discussie kwam zelden boven het bekende ‘ja, maar hoe dan?’ gejammer uit. Het panel probeerde telkens – tevergeefs – het initiatief en de verantwoordelijkheid terug te leggen bij de onderuitgezakte collega’s in de zaal. Het is menselijk hoor, ik heb zelf ook de neiging om naar ‘boven & opzij’ te kijken: de clustermanager, de instelling, de beroepsvereniging, de zorgverzekeraars, ja zelfs de demissionaire minister, die moeten het opknappen.

Niet toevallig verscheen er in dezelfde week in Medisch Contact een artikel van de Jonge Psychiater: En toch is de psychiater trots op zijn vak’. Let vooral op het sneue en toch. Maar goed, waar zijn we dan toch trots op? Patiëntencontact, psychotherapie en farmacotherapie. Hoewel, farmacotherapie? Ik citeer: “We zijn het pillenhulpje van de psycholoog.”* En wat verpest ons werkplezier? Met stip op één: de bureaucratie, gevolgd door bezuinigingen** en negatieve media. Volgens de Jonge Psychiater moeten we zelf in actie komen (ja!) en een gezamenlijk geluid laten horen (ja!), dan zal er zeker geluisterd worden (ha ha!).

Tijdens de borrel werd ik voorgesteld aan een collega. ‘Wie bent u?’ wilde ze weten. Ik noemde mijn naam. ‘Ja, maar wie bent u?’ Ik noemde mijn naam. Ze zuchtte geërgerd, keek met een schuin oog naar mijn naambordje en vroeg het nog een keer. Nu daagde het me. Ze wilde niet weten wie ik was, maar wat ik was (een belangrijke clustermanager misschien?) of, erger nog, van wie ik was (van GGZ-instelling X, Y of XXY?). Ik had natuurlijk in haar oor moeten schreeuwen: ‘I’m fucking Johnny Cash!’***

* Och gossie, wil je erover praten?
** Welke bezuinigingen? Er wordt niet bezuinigd op de GGZ. Wel gefuseerd en gereorganiseerd. Er wordt wat afgefuseerd en afgereorganiseerd in de GGZ.
*** Maar dat doet een Justin Bieber niet.

Delen