Veilig thema

Afgelopen maandag vroeg ik mij af wat voor reacties de uitspraak van Hans van der Schoot van Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) over de toekomst van het ziekenhuislandschap zou gaan uitlokken. In de vorm van een blog hebben we nu een reactie van Bert Kleinlugtenbeld, bestuursvoorzitter van SAZ (Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen) en in het dagelijks leven bestuursvoorzitter van ziekenhuis Nij Smellinge.

Kleinlugtenbeld voorziet een goede toekomst voor de algemene ziekenhuizen, die de zorg goedkoper kunnen bieden dan de academische en topklinische centra en daarmee een bijdrage kunnen leveren aan de kostenbeheersing in de zorg. Nee sorry: aan beperking van de kostenstijging in de zorg. Want dat is zijn exacte woordkeuze. En het is een veelzeggende. In het hoofdlijnenakkoord voor de medisch-specialistische zorg is immers vastgelegd dat de ziekenhuizen in 2022 op een groei van nul procent moeten uitkomen. Dat is niet hetzelfde als ‘beperking van de kostenstijging’.

Een groei van nul procent is niet hetzelfde als ‘beperking van de kostenstijging’

Toch is het niet echt een verrassende woordkeus van Kleinlugtenbeld, als je de kop boven zijn blog in ogenschouw neemt. Daarin poneert hij immers de stelling dat samenwerking tussen ziekenhuizen in de regio hét thema van 2019 wordt. Het zou jammer zijn als die stelling uitkomt. De juiste plek voor ‘de juiste zorg op de juiste plek’ hoeft immers lang niet altijd het ziekenhuis te zijn. De regio heeft veel meer te bieden dan ziekenhuiszorg alleen. De weg daar naartoe horen zorgaanbieders gezamenlijk te bewandelen, vindt minister Bruno Bruins, op basis van regionaal en lokaal maatwerk. ‘Substitutie van ziekenhuiszorg naar eerste en anderhalve lijn’ is daarbij een veel mooier thema voor 2019. Toch praten de ziekenhuizen vooralsnog blijkbaar liever alleen over samenwerking met elkaar. Dat is ook veel veiliger voor ze natuurlijk. Maar het is wel busy being busy.

Delen